duurzaam beleggen
Pensioenfonds lanceert klimaatsignaal
Het grootste Nederlandse pensioenfonds ABP verkoopt al zijn beleggingen in olie-, gas- en steenkoolproducenten. Ook bij Belgische pensioenfondsen leeft het debat.
De klimaatactiegroep Extinction Rebellion protesteerde in juli tegen beleggingen in fossiele energie bij het ABP. Patrick Post
Het pensioenfonds ABP gaat tussen nu en begin 2023 voor 15 miljard euro aan beleggingen verkopen. Alle bedrijven die meer dan 1 procent van hun omzet uit steenkool, olie en gas halen, gaan de deur uit. Daarmee komt het fonds tegemoet aan de aanbevelingen van internationale organisaties. ‘Recente rapporten van het VN-klimaatpanel (IPCC) en het Internationaal Energieagentschap (IEA) geven aan dat er een zeer forse versnelling van de energietransitie nodig is om de klimaatdoelen van Parijs te halen’, legt topvrouw Corien Wortmann uit op de website van het fonds.
In Nederland wordt het debat over de rol van de pensioenfondsen in de klimaattransitie al enige tijd gevoerd. Steeds meer pensioengerechtigden hebben het er moeilijk mee dat hun reserves worden aangewend voor activiteiten die het klimaat schaden.
• Europese groene lijst ‘zal grenzen verleggen’
In België is het stiller, maar dat betekent niet dat er niets gebeurt. De sector- en bedrijfspensioenfondsen (de zogenaamde tweede pijler) zijn hier wel veel kleiner: ze beheren gezamenlijk 40 miljard euro, tegenover 1.800 miljard euro in Nederland. Gegevens van de koepelorganisatie PensioPlus tonen dat voor 83 procent van de Belgische pensioenfondsen duurzaamheidsoverwegingen een ‘substantiële rol’ spelen in het beleggingsbeleid. Zo’n 53 procent heeft ook een concreet beleid uitgewerkt.
Juiste vragen
‘Het ABP geeft hiermee een belangrijk signaal af’, oordeelt Philip Neyt, voorzitter van PensioPlus. ‘Omdat dit fonds zo groot is, speelt het een voorbeeldrol. Voor Belgische pensioenfondsen is zo’n actieve stap minder evident, omdat onze leden meestal via vermogensbeheerders werken, en niet rechtstreeks in bedrijven beleggen. Ze stellen natuurlijk wel de juiste vragen. Geen enkele vermogensbeheerder kan het zich veroorloven om niet met dit topic bezig te zijn.’
De Belgische pensioenfondsen krijgen op hun beurt ook vragen van hun achterban over het duurzaamheidsbeleid. Twee derde van de fondsen die bij PensioPlus zijn aangesloten, moest al uitleg geven. De vragen komen vooral van de werkgevers, zo blijkt, en minder vaak van de werknemers.
‘Uit onderzoek blijkt dat een aandelenportefeuille zonder producenten van fossiele brandstoffen ook goed kan renderen’Corien Wortmann Pensioenfonds ABP Corien Wortmann Pensioenfonds ABP
Een duurzamer beheer van de pensioengelden vergt wel enkele afwegingen. Zo zijn de fondsen wettelijk verplicht ‘te handelen in het belang van de aangeslotenen en van het correct nakomen van de pensioenverplichtingen’. In het verleden werd dat voornamelijk gemeten via het financiële rendement. Maar vooral op Europees vlak woedt de discussie over hoe de investeringen van het pensioenfonds een impact hebben op een aantal duurzaamheidscriteria. ‘Het is belangrijk dat daarover uniforme regels komen’, zegt Neyt. Hij verwijst naar de zogenaamde ‘taxonomy’, die bepaalt welke beleggingen als ‘groen’ aangemerkt mogen worden en welke niet.
Niet bang voor rendementsverlies
Daarnaast mag duurzaamheid het rendement niet te veel in de weg staan, want de pensioenfondsen moeten natuurlijk de pensioenen kunnen blijven uitbetalen tot ver in de toekomst. Dat is trouwens ook zo voor het ABP: het benadrukte gisteren uitdrukkelijk dat het afscheid van de fossiele brandstoffen het rendement van het beheerde vermogen niet zal aantasten. ‘Er is veel onderzoek waarin wordt aangetoond dat een aandelenportefeuille zonder producenten van fossiele brandstoffen ook goed kan renderen’, zegt Wortmann daarover. ‘Klimaatrisico’s zijn op termijn ook financiële risico’s.’ Ze bedoelt dat niet beleggen in fossiele brandstoffen misschien gunstiger is voor het rendement dan het wel te doen.
Ook de Belgische pensioenfondsen zijn daar steeds meer van overtuigd. In 2018 noemde 18 procent de vrees voor rendementsverlies als reden om voorzichtig te zijn met duurzaamheidscriteria. In 2020 gold dat nog maar voor 4 procent van de fondsen. Wel is er vrees dat de transparantieverplichtingen tot extra kosten leiden. Vooral voor kleine fondsen zouden die relatief zwaar doorwegen.