De Nederlandse topdirigent Bernard Haitink is donderdagavond overleden bij hem thuis in Londen. Hij werd 92. Haitink was een van de invloedrijkste dirigenten van zijn generatie.
Haitink was wereldwijd actief, maar het meest blijft zijn naam verbonden met het Concertgebouworkest Amsterdam, dat hij meer dan een kwarteeuw heeft geleid. Zijn carrière begon in 1957, toen hij eerste dirigent werd bij het Nederlandse Radio Filharmonisch Orkest. Vier jaar later werd hij tot chef-dirigent benoemd van het Concertgebouworkest in zijn thuisstad Amsterdam, samen met de veel oudere Eugen Jochum. Vanaf 1964 stond hij er alleen voor. Tot 2019 was hij er kind aan huis.
Nochtans kende zijn relatie met het orkest ups en downs. In 1988 escaleerde een conflict over zijn nevenfunctie aan het hoofd van het Royal Opera House Covent Garden in Londen, die hij sinds 1984 uitoefende en waar hij zijn passie voor opera uitleefde. Hij deed ook veel gastdirecties, van het Boston Symphony Orchestra en het Chicago Symphony Orchestra tot het London Symphony Orchestra en het Chamber Orchestra of Europe.
Jan Raes, voormalig intendant van het Concertgebouworkest, leerde Haitink kennen in 2008. ‘Ik ken hem als een extreem integere musicus. Voor elke compositie en concertreeks kocht hij weer een blanco partituur en studeerde die in alsof het iets nieuws was, hoe vaak hij de muziek ook al had uitgevoerd. Hij had altijd weer die jonge, frisse blik, hij vermeed elke routine. Dat is zeldzaam. Hij gaf zijn muzikanten veel ruimte en vertrouwen, maar kon tegelijk heel dwingend zijn op een aantal aspecten zoals tempowisselingen en balans. Een transparante, gecultiveerde klank was zijn handelsmerk. Hij ging niet voor de decibels. Hij was een timide, twijfelende, bescheiden man: hij zag zichzelf niet als een ster, maar als een uitnodigend bemiddelaar. Hij was ook heel belezen en erudiet, een denkend musicus.’
Haitink verwierf wereldfaam als dirigent van het romantische repertoire van Bruckner, Mahler en Strauss, en Franse muziek – Debussy en Ravel. ‘Zijn late Bruckners zijn van het mooiste wat ik ooit heb gehoord. Hij was heel goed in die bijna eindeloze muziek, onaards bijna.’
De jonge Vlaamse dirigent Martijn Dendievel volgde drie keer masterclasses bij Haitink in Luzern. ‘Het was indrukwekkend om naast hem te staan, zijn handbewegingen te zien en te voelen, en vooral de psychologische manier waarop hij met het orkest werkte: de muziek kwam op de eerste plaats en als er iets misliep, nam hij de schuld op zich en vroeg gewoon het nog eens te doen. Hij was heel respectvol ten aanzien van de muzikanten en de componisten. Dat grote respect kon hij als geen ander overbrengen op een orkest. Hij leefde er ook voor om zijn ervaring door te geven aan de jeugd.’
‘Het was inspirerend hem te horen spreken over muziek, over hoe hij zijn tijd indeelde en boeken las om een beter dirigent te worden. Als je de verbinding kunt leggen tussen een schrijver als Thomas Mann en de componisten uit die periode, dan heb je meer voeling met de leefwereld van die componisten. Als je dat kunt overbrengen op een orkest, is dat heel speciaal.’
Lees ook

Het stokje blijft altijd tikken