recensie JAZZ
Bach kan sterke jazz opleveren
Als jazzmuzikanten klassieke muziek als basis nemen voor een plaat, houden we ons hart vast, het oeverloze gezemel van Jacques Loussier indachtig. Maar dit is Robin Verheyen, en dan weet je dat je goed zit. De saxofonist liet zich inspireren door het Musikalisches Opfer van Johan Sebastian Bach en ging daar creatief mee aan de slag. U hoort geregeld het contrapunt door de muziek schemeren, maar Verheyen is er in deze elfdelige suite wel in geslaagd daar een heel eigenzinnig werkstuk mee te maken. Geholpen door de Fransen Benoît Delbecq (piano) en Toma Gouband (drums) en de Nederlander Clemens van der Feen (contrabas) zet hij hier een vorm van muziek neer die ergens zweeft tussen klassiek en jazz. Opvallend: speelt Verheyen sopraansax, dan neigt de muziek meer naar klassiek, kiest hij voor de tenor, dan krijgt de muziek een forse jazzinjectie. Zoals in deel III, waarin de muziek plots ontbrandt, geholpen door de opvallende percussie van Gouband – een ontdekking. (pdb)