U bent niet alleen: ook andere ouders zetten hun kinderen wel eens voor een scherm om toe te komen aan koken of een rustige zondagvoormiddag.
Kinderen zitten gemiddeld twee uur per dag achter een – groot of klein – scherm. In het weekend kan dat verdubbelen tot 4 uur per dag. Dat zijn cijfers die van de ouders afkomstig zijn: ze komen uit de nieuwe Medianest studie van Mediawijs. De studie ondervroeg zo’n 700 ouders van kinderen tot 18 jaar oud. Zelfs bij de jongste kinderen, 0-4 jaar, zijn schermen ingeburgerd: slechts 8 procent van die leeftijdsgroep zit nooit voor een scherm. In coronatijd is dat er natuurlijk niet op verbeterd, al vindt maar vier op tien ouders dat hun jongeren nu langer schermkijken dan anders.

Ouders maken zich hier wel zorgen over. De grootste vraag die ouders zich volgens de studie stellen (55 procent van de ondervraagden): kijkt mijn kind niet te veel? En de op één na grootste vraag (52 procent) is een variant daarop: hoeveel schermtijd mag mijn kind eigenlijk krijgen? Vraag nummer drie (49 procent) is trouwens: krijgt mijn kind geen ongeschikte dingen te zien? 97 procent van de ouders beweert wel ‘een oogje in het zeil’ te houden, en 90 procent geeft de voorkeur aan offline activiteiten.
Tegelijk vindt 89 procent van de ouders dat kinderen online iets leren. 85 procent noemt de dingen bij hun naam: schermen zijn handig als ‘zoethouder’. Maar de kinderen kunnen er op eigen houtje zo moeilijk mee stoppen, stelt 76 procent vast.
Vlaamse gezinnen maken afspraken over schermtijd. Maar die werken het best als ouders zich eraan houden, volgens Mediawijs, en daar wringt het schoentje: 72 procent van de ouders geeft toe dat ze niet altijd het goede voorbeeld geven.
Groot en klein scherm
Hoe groter het kind, hoe kleiner het scherm, stelt Mediawijs vast. Het eerste scherm waarmee baby’s en peuters in aanraking komen, is de tv. In de leeftijdsgroep 5-7 is de tablet het meest populair (91% van de kinderen maakt er wel eens gebruik van). Maar bij kinderen van 8 tot 13 explodeert het gebruik van de smartphone. Eén op twee kinderen onder de 5 mag al wel eens de smartphone van papa of mama vasthouden.
Sociale media
De meeste sociale media hebben een officiële minimumleeftijd van 13 jaar. Maar de realiteit is anders, en ouders leggen zich daarbij neer: de eerste account op sociale media komt er gemiddeld op 10 jaar. In de leeftijdsgroep 7-12 zit ruim driekwart al op sociale media, zeggen de ouders (Mediawijs beschouwt weliswaar Youtube als een ‘sociaal’ medium, hoewel de meeste mensen daar alleen filmpjes kijken).
Wat ouders wel vaak vragen, is dat hun kinderen hun profiel privé houden. Dat is met name op het videonetwerk Tiktok ingeburgerd: de jongeren mogen filmpjes kijken en ook zelf een video maken, maar die eigen video is niet voor de buitenwereld bestemd. Een kwart van de ouders heeft zo’n afspraak gemaakt met de kinderen.
