4 vragen Britse variant
Besmettelijker, ziekmakender én dodelijker
De Britse variant verhoogt het risico op ernstige ziekte in alle leeftijden. Maar dat is niet de enige verklaring voor de vele vijftigers en zestigers op intensieve zorg.
Net de jongere patiënten verblijven langer op intensieve, omdat ze veel kans hebben om te overleven, zegt Erika Vlieghe. Martin Bertrand
Het AZ Groeninge (Kortrijk) ziet de gemiddelde leeftijd van covid-19-patiënten dalen. Daar is nu zelfs een twintiger zonder medische voorgeschiedenis opgenomen. In het Hasseltse Jessaziekenhuis vertellen artsen dat vandaag meer covid-19-patiënten géén onderliggende aandoeningen hebben dan in de eerste twee golven. Elders in het land komen wel nog altijd vooral oudere patiënten met covid-19 binnen. Een belronde van De Standaard leverde een diffuus beeld op van het profiel van de covid-19-patiënten die nu in het ziekenhuis liggen (DS 23 maart). Maar één zaak verontrust veel artsen: het is alsof het risico op ernstige ziekte is toegenomen en meer patiënten intensieve verzorging nodig hebben.
Sciensano-viroloog Steven Van Gucht bevestigt dat er sprake is van een verschuiving. Nu ligt een kwart van de gehospitaliseerde covid-19-patiënten op intensieve. ‘Begin februari was dat nog 18 procent. De Britse variant zit daar zeker voor iets tussen.’
Vorige week betrof meer dan 75 procent van de onderzochte sars-CoV-2-stalen de Britse variant (of ‘B.1.1.7-variant’). Intussen bestaat er geen twijfel meer over dat die variant niet alleen besmettelijker is, maar mensen ook zieker maakt. Meerdere analyses tonen aan dat de B.1.1.7-variant een hoger risico geeft op ziekenhuisopname én op overlijden dan de variant die onze eerste en tweede golf heeft veroorzaakt.
DS VIDEO - Steven Van Gucht waarschuwt: ‘Hoogste risico op besmetting in vier maanden tijd’. De Standaard
Onderzoekers van de London School of Hygiene and Tropical Medicine becijferen in een recente paper in Nature dat door de Britse variant het risico op overlijden gestegen is met 55 procent. Dat klinkt spectaculair, maar valt in absolute cijfers wel mee. Een 55- tot 69-jarige, bijvoorbeeld, ziet zijn of haar risico om binnen de 28 dagen na een positieve test te sterven, stijgen van 0,6 procent naar 0,9 procent.
In een andere paper (die nog niet getoetst is door collega’s) tonen Deense onderzoekers aan dat het risico op een ziekenhuisopname met 64 procent is gestegen door de B.1.1.7-variant.
Volgens de Deense studie neemt het risico op ziekenhuisopname in álle leeftijdsgroepen toe. Dat sommige ziekenhuizen wel een duidelijke verschuiving naar jongere leeftijden bij covid-19-patiënten zien, weerspiegelt volgens infectiologe Erika Vlieghe onder welke bevolkingsgroepen het virus de ronde doet. ‘Het virus besmet op dit moment vooral kinderen, jongeren en hun ouders’, zegt Vlieghe. ‘Het is dus logisch dat we in absolute aantallen veel veertigers, vijftigers en zestigers in de ziekenhuizen zien. De Britse variant maakt dat de patiënten sneller naar intensieve zorg doorstromen. En juist de jongere mensen verblijven er langer omdat ze veel kans hebben om te overleven.’
Het risico om aan covid-19 te sterven, is volgens de Nature-paper (en een andere analyse door vorsers van het Imperial College London) ‘niet substantieel’ toegenomen voor personen jonger dan 55 jaar. In de oudere leeftijdsgroepen maakt de Britse variant covid-19 wél dodelijker.
De B.1.1.7-variant is allicht 50 procent besmettelijker dan de variant die onze eerste en tweede golf heeft veroorzaakt. De gevolgen daarvan zijn veel groter dan die van een 50 tot 60 procent verhoogd risico op ernstige ziekte of overlijden. Met een hogere besmettelijkheid alleen al zullen namelijk meer mensen geïnfecteerd raken, want het is moeilijker om het virus onder de knoet te houden. Een virus dat besmettelijker wordt, verhoogt dus vanzelf de instroom in het ziekenhuis.
De Britse wiskundige Adam Kucharski (London School of Hygiene and Tropical Medicine) heeft eind december op Twitter met een kleine berekening aangetoond dat een snellere verspreiding van het virus in één maand tijd veel meer doden veroorzaakt dan wanneer het risico op sterfte toeneemt. ‘Een toename van iets dat exponentieel groeit (zoals besmettingen) kan een veel groter effect hebben dan iets dat gewoon de uitkomst opschaalt (zoals de ernst van de ziekte)’, aldus Kucharski.
In het geval van de Britse variant hebben we te maken met de combinatie: een virus dat zich sneller verspreidt dan de oude variant én dat het individuele risico op een ernstig verloop van covid-19 vergroot.
Het mechanisme waarmee de Britse variant patiënten zieker maakt, is verre van duidelijk. ‘Daar hebben we nu het raden naar’, zegt Piet Maes, viroloog aan het Rega-Instituut (KU Leuven). ‘Bij de Britse variant bevinden er zich belangrijke mutaties in het gen dat codeert voor het krooneiwit. Maar er zijn ook nog andere mutaties in het virale genoom. Het gaat om mutaties op plekken in het genoom die instaan voor andere eiwitten van het virus. Maar niet van al deze eiwitten kennen we de functie. En dus weten we niet wat precies de gevolgen van die mutaties zijn en wat de Britse virusvariant anders doet, eens hij een menselijke cel is binnengedrongen. Dat achterhalen is een oefening die maanden of een jaar zal duren.’