Maximum 30 procent niet-westerlingen in Deense woonwijken
De Deense premier Mette Frederiksen. Foto: reuters

De Deense regering scherpt haar restrictieve integratiebeleid verder aan. Met ‘preventiegebieden’ wil ze voorkomen dat er ‘parallelle maatschappijen’ ontstaan. Concreet mogen er over tien jaar geen buurten meer bestaan waar meer dan 30 procent van de inwoners ‘niet-westerse’ roots heeft.

‘Als talrijke “niet-westerse” migranten en hun nakomelingen zich in bepaalde wijken vestigen, neemt het risico toe dat er religieus of cultureel parallelle samenlevingen ontstaan’, staat in de controversiële verklaring van het Deense ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘De overheid heeft die ontwikkeling doorheen de jaren te veel door de vingers gezien. Ze begon pas op te treden als de integratieproblemen te groot werden’, verklaarde minister van Binnenlandse Zaken Kaare Dybvad Bek. Vandaar dat het land wil inzetten op meer gemengde woonwijken.

De Deense regering wil geen wijken met een hoge concentratie aan werklozen, mensen met een strafblad, weinig hogeropgeleiden en waar het percentage bewoners met een ‘niet-westerse’ achtergrond hoger is dan 30 procent. Volgens de krant Berlingske heeft de nieuwe verordening gevolgen voor 58 Deense wijken en ruim 100.000 inwoners. In die buurten moeten de gemeentelijke huisvestingsmaatschappijen voortaan voorrang geven aan huurders die voldoen aan criteria over bijvoorbeeld opleiding of inkomen.

Geen getto’s meer

Denemarken beschikte sinds 2018 over een lijst met achtergestelde wijken van meer dan duizend inwoners waar tot de helft van de bewoners tot een etnische minderheid behoort. Die stond bekendstond als de ‘gettolijst’. Er stonden vijftien woonwijken op en 25 andere die als risicovol werden omschreven. Minister Bek wil de term ‘getto’ uit de wetgeving schrappen. ‘De term was misleidend en wierp alleen maar een schaduw over het belangrijke werk dat we in deze woonwijken moeten doen.’ Bek zei ook dat de regering ernaar streeft de bewoners van deze buurten te helpen ‘en gelijke kansen te scheppen voor alle kinderen, ongeacht waar zij in Denemarken opgroeien’.

Denemarken heeft de jongste jaren herhaaldelijk opschudding veroorzaakt met zijn restrictieve immigratie- en integratiebeleid. Het regeringsvoorstel van deze week is een herziening van een akkoord dat over de partijen heen werd gesloten in 2018. Het was een initiatief van de conservatieven die toen aan de macht waren, maar dat ook de sociaaldemocraten steunden. De sociaaldemocraten namen ondertussen het roer over en vinden dat ze op de ingeslagen weg verder moeten gaan.

Minderheidsregering

Denemarken wordt sinds 2019 geregeerd door een minderheidsregering van uitsluitend sociaaldemocraten onder leiding van premier Mette Frederiksen. Zij wordt in het parlement gesteund door socialisten, voormalige communisten en links-liberalen, soms ook door rechts-populisten. Volgens de Deense sociaaldemocraten kan de multiculturele samenleving alleen een succes worden als je daaraan een streng sociaal beleid koppelt. Ze pleiten voor strenge regels en begrensde immigratie. Dat leverde hen al felle kritiek op, vooral uit het buitenland.

De Deense politieke partijen moeten het nieuwe wetsvoorstel nog bespreken in het parlement, maar analisten verwachten dat het snel wordt aangenomen. Volgens het Deense bureau voor de statistiek is 11 procent van de 5,8 miljoen inwoners van buitenlandse afkomst, van wie 58 procent uit een land komt dat als ‘niet-westers’ wordt beschouwd.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in