Recensie KLASSIEK
Gemiste kans
Dirigent Leon Botstein bezorgt verstoten repertoire graag muzikaal eerherstel, ook nu hij de zeventig voorbij is. Hier duikelt hij vergeten durvers uit de roaring twenties op, zoals Othmar Schoeck, een conservatieveling die kort met het modernisme flirtte. Schoeck schreef toen een griezelwerk waar je bedolven onder een expressionistische orkestpartituur naar de monoloog van een levend begraven man luistert. In zijn vertolking van die absurd realistische monoloog is bariton Michael Nagy ook eenzaam aan zijn lot overgelaten. Botstein spant de orkestrale achtergrond zo slap dat Nagy het unheimliche sfeertje zelf moet ophoesten. Ook in het neobarokke Concerto Grosso, een compositie van de bekende dirigent Dimitri Mitropoulos, zuchten fugalijnen onder de fletse klank van deze groep.