Vaccinatiestrategie
Wat bepaalt of jongeren voorrang krijgen?
Geen leeftijdsgroep lijdt mentaal harder onder de strenge coronamaatregelen dan de jongeren. Moeten zij prioriteit krijgen in het vaccinatieschema? Dat hangt er maar van af.
Crowdsurfen op Graspop 2019. Of we dat beeld ook komende zomer terugzien, is nog af te wachten. Koen Bauters
Jongeren moeten, na de mensen in de zorgsector, een van de prioritaire groepen zijn om te vaccineren, stelde professor psychologie Inez Germeys (KU Leuven) deze week in De afspraak. Zij zijn immers extra hard geraakt door het inperken van het aantal sociale contacten. Maar is het een goed idee om jongeren voorrang te verlenen? Dat hangt van veel factoren af.
De cruciale eerste vraag is wat we met onze vaccinatiestrategie willen bereiken. Willen we in de eerste plaats ziekte en sterfte door covid-19 vermijden en een overbelasting van de zorg? Proberen we de circulatie van het virus naar nul te krijgen? Of kunnen we vaccinatie gebruiken om de gemiddelde levenskwaliteit te verhogen? De gekozen doelstelling bepaalt wie eerst ingeënt mag worden. Als we doden willen vermijden, dan enten we waarschijnlijk eerst de oudste inwoners in. Kiezen we voor de zorg, dan eerst het zorgpersoneel. Willen we vooral besmettingen vermijden, dan moeten we de motor van de epidemie afremmen: laat dát nu net de jongeren zijn. Door jongeren in te enten, vermijd je circulatie en geef je ouderen een indirecte bescherming (DS 16 september).
Natuurlijk hangt alles met alles samen. Wie ziek is, ziet zijn levenskwaliteit dalen. Als het virus in hoge mate circuleert, kraakt de zorg, vallen er ook veel doden, én moeten er strenge maatregelen worden genomen, die de levenskwaliteit beknotten. Er is dus niet één weg om de doelstellingen te halen, maar als het doel helder geformuleerd is – wat tot dusver niet gedaan is – kunnen wiskundige modellen helpen om het vraagstuk op te lossen.
Besmettelijk of niet?
Veel zal ook afhangen van het effect van de vaccinatie. De eerste resultaten tonen aan dat vaccins een goede tot uitstekende bescherming bieden tegen covid-19. Wat we niet weten, is of een inenting ook helpt om besmettingen te voorkomen. Stel dat het vaccin wel helpt tegen ziekte, maar dat diegenen die met het virus in aanraking komen, het toch net zo vaak doorgeven. Dan helpt het vaccin geen moer om de circulatie in te dijken, en is de discussie snel beslecht: de groepen met het hoogste risico op ernstige ziekte krijgen het vaccin en de jongvolwassenen blijven uit beeld.
Het is goed mogelijk dat er straks coronavaccins op de markt komen die erg doeltreffend zijn bij jongeren, maar minder bij ouderen
Stopt een inenting wél verdere besmetting, dan houdt een indirecte strategie, waarbij jongeren ingeënt worden om ouderen te beschermen, wel steek. Het is trouwens best mogelijk dat de realiteit ergens tussenin ligt: een ingeënte kan wel nog anderen besmetten, maar voor een kortere periode dan zonder vaccinatie. Dat geldt ook voor het griepvaccin.
Het griepvaccin is een voorbeeld van een vaccin waarbij de werkzaamheid sterk afhangt van de leeftijd van de ingeënte personen. Hoe hoger de leeftijd, hoe minder doeltreffend. Hoe het bij de coronavaccins zit, is nog niet helemaal uitgeklaard. Volgens een persbericht van Pfizer en BioNTech zou hun kandidaat-coronavaccin ook zeer werkzaam zijn bij oudere studiedeelnemers. Maar het is goed mogelijk dat er straks coronavaccins op de markt komen die zeer effectief zijn bij jongeren, maar minder bij ouderen. ‘Als er meerdere vaccins tegelijk beschikbaar zijn waarvan eentje niet zo doeltreffend is bij ouderen als bij jongeren, is het zeker verdedigbaar om die vaccindosissen aan de jongeren te geven’, zegt Pierre Van Damme, professor vaccinologie (UAntwerpen).
Lage of hoge circulatie?
Jongvolwassenen zien niet alleen het meest af van de coronamaatregelen, ze zijn ook minder gemotiveerd om de maatregelen te volgen. Dat blijkt keer op keer uit de motivatiebarometer, een onderzoek dat professor motivatiepsychologie Maarten Vansteenkiste (UGent) leidt. ‘De vraag is of de motivatie sterk zou dalen, zodra in die leeftijdsgroep de uitrol van de vaccinatie begint.’
Met andere woorden: zou de vaccinatie van jongeren de coronamaatregelen sterk ondermijnen? Zo ja, dan is dat een probleem als de ingeënte personen het virus nog verder kunnen verspreiden, zeker omdat ze dankzij het vaccin niets of weinig merken van een infectie. Dat wordt helemaal problematisch als er ook ‘sociale besmetting’ is: als ook niet-ingeënte jongeren zich niet meer geremd voelen. Dan dreigen jongeren het virus van een feestje of van een caféavond mee naar huis te nemen zonder het te merken, en besmetten ze thuis personen uit andere generaties die nog op hun inenting moeten wachten.
‘De vraag is of de motivatie om de maatregelen te volgen, sterk zou dalen, zodra bij hen de vaccinatie begint’ Maarten Vansteenkiste Professor motivatiepsychologie
Ook de viruscirculatie speelt een cruciale rol in de beslissing wie je best eerst vaccineert, stipt de Nederlandse Gezondheidsraad aan. Als het virus sterk rondgaat, moet eerst ingezet worden op de kwetsbare groepen en de zorgverleners. Daarna, als de verspreiding meer onder controle is, kan er worden overgestapt op het vermijden van opflakkeringen. Bij lage viruscirculatie met alleen lokale uitbraken wordt de grootste gezondheidswinst behaald door de vaccins in te zetten tegen verspreiding, stelt de Gezondheidsraad. Dan moeten de tieners en twintigers dus eerst een prik krijgen.
Schuld en boete
De twintigers en dertigers waren de motor van de tweede coronagolf. Zij houden zich minder strikt aan de maatregelen dan de oudere volwassenen. Geven we hen dan ‘als beloning’ voorrang bij de vaccinatie?
Professor medische ethiek Ignaas Devisch (UGent) vindt dat de verkeerde discussie. ‘Ja, er zijn illegale feestjes geweest en jongeren waren daarbij oververtegenwoordigd. Maar moeten we daarvoor een hele groep straffen?’
‘De jongvolwassenen hebben het zeer moeilijk met de maatregelen omdat ze zich op een moment in hun leven bevinden waarop de impact veel groter is dan bij iemand die ouder is. Jongeren bevinden zich midden in hun ontwikkeling, cognitief en op sociaal vlak. Ze hebben overgangsrituelen gemist, bijvoorbeeld bij de overgang van het middelbaar naar het hoger onderwijs. Het offer dat jongeren moeten brengen, is zeer groot. We moeten dus de hap die uit hun leven wordt genomen, zo beperkt mogelijk houden.’
Ook Vansteenkiste pleit ervoor om bij de uitwerking van de vaccinstrategie rekening te houden met de mentale gezondheid. ‘De relatieve winst zou daarbij het grootst zijn als jongeren worden ingeënt. Dan moet er wel een maatschappelijk draagvlak voor zijn. We moeten begrip hebben voor de jongeren, maar er zijn ook alleenstaande veertigers die het heel moeilijk hebben in deze crisis. Jongeren als hele groep voorrang geven bij de vaccinatie zou bijvoorbeeld bij hen op onbegrip stuiten, wat óók begrijpelijk is.’