recensie Roman
Een autobiografie zonder ik
Ze figureert al een tijdje op de tiplijst van de Nobelprijs, maar het hoogtepunt van haar oeuvre, De jaren, uit 2008, is nu pas in het Nederlands vertaald. Maak alsnog kennis met Annie Ernaux.
ANNIE ERNAUX
De jaren
Vertaald door Rokus Hofstede, De Arbeiderspers, 240 blz., 21,99 €. Oorspronkelijke titel: ‘Les années’.
Vorige maand werd ze tachtig, maar Annie Ernaux is nog lang niet uitgeschreven. De Franse schrijfster tapt al een halve eeuw uit het autobiografische vaatje. Niet dat de belevenissen van een kruideniersdochter uit een Normandisch stadje nu zo wereldschokkend zijn, maar zij weet er steevast een originele draai aan te geven. Neem nu De jaren, een roman uit 2008 die eindelijk in het Nederlands is vertaald. Deze ‘collectieve autobiografie’ is een terugblik op een vrouwenleven, ingebed in de bredere sociale en historische context. Het boek vertelt het verhaal van een individu en van een generatie, want een mensenleven staat nu eenmaal niet los van de maatschappij.
Dertig jaar heeft Ernaux op deze totaalroman gebroed en het resultaat mag er zijn. De jaren is het onbetwiste hoogtepunt van haar oeuvre. De titel is allicht geïnspireerd door The years van Virginia Woolf en het idee kreeg vaste vorm door een schilderij van Dorothea Tanning. Birthday, de afbeelding van een vrouw met achter haar een wijkend perspectief van halfopen deuren, leek de schrijfster een geschikte metafoor voor deze literaire oefening. Het moest een boek worden in de trant van Une vie van Maupassant, waarin het verstrijken van de tijd voelbaar wordt gemaakt, maar Marcel Proust komt ook even om het hoekje kijken, al schrijft Ernaux oneindig veel soberder dan de schrijver van A la recherche du temps perdu. Haar zoektocht naar de verloren tijd verloopt vooral via materiële dingen. Zo probeert ze greep te krijgen op haar doortocht op aarde en de jaren die haar zijn toegemeten.
‘Alle beelden zullen verdwijnen’, zo luidt de openingszin. De dood wist alles in één klap uit en dus moeten we zien te redden wat er te redden valt. Ernaux scrolt door haar persoonlijke arsenaal aan herinneringen, slaat er haar dagboeken op na en haalt haar collectie familiekiekjes tevoorschijn. Het onverbiddelijke verglijden van de tijd wordt gevangen in een twaalftal foto’s, Super 8-filmpjes en videotapes van Annie als baby, scholiere, studente, echtgenote, moeder, lerares en auteur, ‘ter documentatie van de achtereenvolgende lichamelijke vormen en maatschappelijke posities van wie ze was’. Haar kinderjaren speelden zich af in de nadagen van de oorlog, toen de maatschappij nog overzichtelijk was verdeeld in rangen en standen en er een onverwoestbaar vooruitgangsgeloof heerste.
Versnelde film
Maar De jaren is meer dan het levensverhaal van een meisje uit een bescheiden middenstandersgezin dat opgroeit op het puin van de Tweede Wereldoorlog, zich aan haar milieu ontworstelt en zich ontpopt als een schrijfster met een scherp politiek en sociaal bewustzijn. Het proza van Annie Ernaux heeft altijd een forse feministische en sociologische inslag gehad en de verhouding tussen de seksen en de verhouding tussen maatschappelijke klassen, haar twee grote thema’s, komen hier eens te meer naadloos samen. De gebeurtenissen flitsen voorbij als in een versneld afgedraaide film, van de wederopbouw over de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog, mei 68 en de Koude Oorlog tot de pro-abortusmanifestaties en de anticonceptiepil, die de seksuele bevrijding inluidde. Wat niet wegneemt dat seks nog lang een bron van schaamte zou blijven en meisjes nog een hele poos zouden worden afgerekend op hun seksuele fatsoen.
Ernaux houdt de blik strak op de buitenwereld gericht, heeft haar ogen niet in haar zak en probeert de vinger te leggen op de realiteit van een tijdperk, maar hoe verbeeld je het verstrijken van de historische tijd en het strikt persoonlijke, hoe laat je het fresco van ruim zestig jaar geschiedenis samenvallen met de zoektocht van een vrouw? Het vernieuwende bestaat in de manier waarop het individuele met het collectieve wordt verbonden. Het woordje ‘ik’ komt in deze autobiografie niet één keer voor. Met de persoonlijke voornaamwoorden ‘zij’, ‘wij’, ‘je’ en ‘men’ houdt de schrijfster zichzelf op een veilige afstand. Zo creëert ze een bizar ‘palimpsestgevoel’, het gevoel dat heden en verleden overlappen.
Schrijven is voor Ernaux geen zuiver esthetische kwestie, maar een strijdmiddel, een politieke daad. Soms bedrijft ze meer sociologie dan literatuur, maar De jaren is een fenomenale literaire krachttoer. Deze duizelingwekkende geschiedenis van een tijd en van een leven is een indrukwekkende manier om iets te ‘redden van de tijd waar we nooit meer zullen zijn’.