Big data
‘Meest gehate bedrijf’ is hit op de beurs
Uitgespuwd door velen, en nog nooit winst gemaakt. Toch is de Amerikaanse firma Palantir gewild op de beurs, en 22 miljard dollar waard.
epa-efe
‘Een van de meest gehate bedrijven van Silicon Valley’. Die omschrijving had het gezaghebbende blad The Economist enkele weken geleden over voor Palantir. Dat mag wel zo zijn, denken heel wat beleggers, maar ook met gehate bedrijven valt geld te verdienen. De firma maakte gisteren haar beursdebuut, waarbij het aandeel een eind boven de introductieprijs afsloot. Het is daardoor zo’n 22 miljard dollar waard. De beursgang wordt dan ook als een succes beschouwd, en dat terwijl het bedrijf in zijn zeventienjarige bestaan nog nooit winst heeft gemaakt.
Massatoezicht
U kent Palantir niet? Palantir kent ú in elk geval wel. Dat is een hyperbool, maar wel eentje met een kern van waarheid in. Palantir is immers een bedrijf dat software ontwikkelt waarmee analyses uit gigantische datasets kunnen worden gehaald. Door tal van databronnen aan elkaar te koppelen en er kunstmatige intelligentie op los te laten, kunnen verbanden worden gelegd en zo de wandel en handel van eender wie worden geanalyseerd.
epa-efe
‘Palantir analyseert databases met telefoonnummers, e-mailadressen, financiële gegevens, belhistorieken, informatie van sociale media …’, zei Jeramie D. Scott deze zomer aan de Amerikaanse website Re/Code. Hij werkt voor Epic, een non-profit die zich in de VS verzet tegen het gebruik van het Palantir-platform door de immigratie- en douanepolitiedienst ICE. ‘Ze kunnen belhistoriek, gps-gegevens en sociale media analyseren, waardoor individuen aan elkaar worden gelinkt.’
Critici – en ze zijn met velen – stellen dat Palantir met zijn platform een systeem voor massatoezicht ontwikkelt dat overheidsdiensten gebruiken om een repressief law & order-beleid te voeren. Dat strookt met de naam van de firma: Palantir is de naam van de kristallen bollen waarmee de slechte tovenaar Saruman zijn blik op Midden-Aarde richt, in de Lord of the rings-boeken van J.R.R. Tolkien.
Het bedrijf spreekt dat zelfs niet tegen. Het werd opgericht in de nasleep van de terroristische aanslagen van 9/11, die onder meer door het gebrek aan coördinatie tussen de Amerikaanse veiligheidsdiensten niet werden verhinderd. Maken dat zoiets niet meer gebeurt, is de basisopzet van Palantir. Daarvoor moeten alle overheidsdiensten de nodige datatools in handen hebben. ‘Eerder dan een technologisch project, is het een filosofisch, of zelfs een politiek project’, stelde The Economist nog. Dat Peter Thiel aan de wieg staat van het bedrijf, mag dan ook niet verbazen. De Silicon Valley-miljardair is een rabiate libertair en grote Trump-supporter. Samen met hem investeerde ook de CIA vanaf het begin in het bedrijf.
Outcast in Silicon Valley
De voornaamste klanten van Palantir zijn overheidsdiensten. Denk daarbij aan de CIA, FBI, douanediensten en het Amerikaanse leger. Al jaren doen geruchten de ronde dat de VS Al Qaeda-leider Osama bin Laden maar hebben kunnen uitschakelen dankzij analyses van Palantir. Maar ook buiten de VS heeft Palantir klanten. Zo wordt het ook gebruikt door de Britse gezondheidsdienst NHS.
Alexander Karp. ap
Die overheidscontracten, en de sfeer van geheimhouding rond de firma, leverden het een notoire reputatie op. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en tal van privacyvoorvechters zijn niet te spreken over wat Palantir ontwikkelt. Het maakte de firma tot een outcast in het progressieve Silicon Valley. ‘We lijken almaar minder waarden te delen met de rest van de techsector’, stelde ceo Alexander Karp in de aanvraag voor de beursgang. Niet veel later verhuisde het zijn hoofdzetel naar Denver.
Palantir mag zich van dat negatieve imago dan weinig aantrekken, waarnemers denken dat het op termijn wel een handicap kan zijn, bijvoorbeeld bij het aantrekken van getalenteerd personeel. Er bestaat ook het risico op protest van personeel. Zo voerde Google een AI-project voor het Pentagon af door protest van werknemers.
Naar de privémarkt
Dat zo’n geheimzinnig bedrijf naar de beurs trekt, oogt vreemd. Een beursgang brengt immers gedwongen transparantie met zich mee, wat in de niche van Palantir niet bepaald wenselijk lijkt. Maar de beursgang is nodig, omdat het bedrijf zich almaar meer op de bedrijfsmarkt wil richten. Intussen komt al de helft van de omzet uit de bedrijfsmarkt, met klanten als oliereus BP, vliegtuigbouwer Airbus, of de bank Morgan Stanley. Een beursgang maakt het bedrijf veel zichtbaarder voor de buitenwereld, wat tot meer tractie in die bedrijfsmarkt moet leiden.
Gezien het succes van die beursgang lijken beleggers te geloven in dat groeipotentieel. Maar garanties zijn er niet: in de zeventien jaar dat Palantir bestaat, maakte het nog nooit winst. Vorig jaar schreef het 579 miljoen dollar verlies in de boeken, al verkleinen de verliezen intussen wel. Een groot risico is dat Palantir voor bijna 70 procent van zijn omzet afhankelijk is van twintig klanten. Een overheidscontract mislopen hier of daar kan dus kwalijke gevolgen hebben. Ook daarvoor moet een versnelling in de bedrijfsmarkt, waar Palantir op mikt, soelaas brengen.
Palantir heeft in elk geval het voordeel van snel te zijn met de beursgang. Concurrerende big data-bedrijven staan zo ver nog niet. Maar volgens experts kijken de beleggers die in Palantir investeren best vaak in de achteruitkijkspiegel. Want de concurrentie komt er vroeg of laat aan. En als die concurrentie surft op de golf van ‘ethische AI’, die hot is in Silicon Valley, kan een titel als ‘meest gehate bedrijf’ al gauw een blok aan het been blijken.