Nadat KBC zijn afslankingsplannen bekendmaakte, zijn de vakbonden vooral opgelucht dat er geen collectief ontslag of een vertrekplan komt. ‘Maar wat met de werkdruk voor wie blijft?’
Dirk Debackere, hoofdafgevaardigde van de Christelijke bediendenvakbond ACV Puls (het vroegere LBC-NVK) bij KBC zegt opgelucht en ongerust te zijn. Hij is opgelucht omdat er geen drastisch plan komt zoals eerder bij ING en in zekere zin ook bij BNP Paribas Fortis. ‘Maar ik stel me wel de vraag hoe het met de werkdruk zit.’
Dat zegt ook Jan Steenwinckel, afgevaardigde van het BBTK bij KBC. ‘De bank rekent op het natuurlijk verloop, maar ondertussen moet het werk nog wel gedaan worden.’ Ook Steenwinckel is blij dat de geruchten die in de wandelgangen circuleerden en uitgingen van een grote harde sanering, loos alarm bleken.
De vakbond ACLVB, de kleinste bij KBC, is het meest kritisch. Maarten Dedeyne waarschuwt voor een vals gevoel van opluchting. Hij wijst erop dat het jobcenter, dat medewerkers moet begeleiden naar een nieuwe job, verzadigd is. En dat als het jobcenter geen oplossing biedt binnen een bepaalde termijn, er een probleem is.
Onzekerheid
Debackere is verbaasd over de verklaring en zegt dat het jobcenter nog nooit zo weinig belast is geworden als de laatste tijd. Dat gaat nu wellicht veranderen, maar het center zou vanuit HR versterkt worden.
Hoe dan ook breekt een periode van grotere onzekerheid aan voor vele medewerkers van KBC omdat het lang kan duren vooraleer individuele medewerkers weten waar ze aan toe zijn. ‘Velen zullen een andere job moeten opnemen, zullen iets nieuw moeten leren, zullen op een andere locatie moeten werken of op een lager niveau’, zegt Steenwinckel.
De vakbonden willen daarom inzetten op de CAO-onderhandelingen die volgende week starten en die moeten voorzien in een tewerstellingsgarantie. De CAO die nu afloopt, werd enkel door de christelijke vakbond ondertekend. ‘Maar het is wel door die cao dat er nu geen collectief vertrek of ontslag komt’, zegt Debackere.
Johan Thijs, topman van KBC, benadrukt dat het plan geen kostenbesparingsplan is, maar de organisatie moet voorbereiden op de toekomst.