De Libische miljarden in België
Vijf jaar lang liet België – tegen de VN-sancties in – in totaal 1 à 2 miljard euro naar Libië vloeien: interesten en andere opbrengsten van de meer dan twaalf miljard aan Libische tegoeden die na de val van leider Moammar Kadhafi in 2011 in ons land bevroren werden. De Standaard zoekt drie dagen lang uit hoe dat in zijn werk ging.
Vandaag: Hoe kwam het geld in ons land terecht?
Vrijdag: Waarom gaf ons land de opbrengsten, vermoedelijk als enige, vrij?
Zaterdag: In wiens handen kwam het geld terecht?
Hoe kwamen de libische fondsen in België terecht?
Van een jacht in Cannes naar een Brusselse bank
Libië werd verantwoordelijk geacht voor de bomaanslag in 1988 in een Amerikaans vliegtuig boven het Schotse Lockerbie. De aanslag eiste 270 doden. belga
Toen het Kadhafi-regime en het Westen het goedmaakten, stroomden plots miljarden oliegeld naar Brussel. De bevriezing ervan bracht ons land in een lastig parket.
BrusselIn de zomer van 2007 zette Saif al-Islam Kadhafi vanuit het Zuid-Franse Saint-Tropez met zijn luxejacht koers naar Cannes. Daar pikte hij zijn oud-klasgenoot Mustafa Zarti op en Driss Ben-Brahim, een rijzende ster bij Goldman Sachs, die in 2004 volgens Britse media nog een bonus van dertig miljoen pond had opgestreken. Onderwerp van gesprek: de plannen van de Amerikaanse investeringsbank met de miljarden euro’s die de zoon van de Libische dictator Moammar Kadhafi te besteden had.
Enkele jaren eerder was het Kadhafi-regime in sneltempo verveld van internationale paria tot dichte bondgenoot van het Westen. Eind jaren tachtig werd Libië onder meer verantwoordelijk geacht voor de bomaanslag in een Amerikaans vliegtuig boven het Schotse Lockerbie, dat 270 doden eiste, met jarenlange isolatie tot gevolg. Maar toen Kadhafi de VS in 2003 Irak zag binnenvallen, besliste hij het roer om te gooien: hij betaalde schadevergoedingen aan slachtoffers en borg zijn programma’s om massavernietigingswapens te ontwikkelen op.
Datzelfde jaar hieven de Verenigde Naties hun sancties op. Eindelijk kon Kadhafi de op acht na grootste olievoorraad te wereld aanboren en exporteren. Tientallen miljarden stroomden binnen in Libië, dat meer dan drie keer zo groot is als Frankrijk, maar slechts evenveel inwoners telt als Vlaanderen. In 2006 besloot Kadhafi een groot deel van die inkomsten in het buitenland te beleggen via de Libyan Investment Authority (LIA), een overheidsbeleggingsfonds naar het voorbeeld van andere rijke oliestaten.
Wilde westen
‘De LIA werd misbruikt door Kadhafi’s zoon. Tussenpersonen streken miljoenen op om Libische investeringen aan te trekken’
Dirk Vandewalle
Libië-expert
Kadhafi schonk de macht over de LIA aan Saif, zijn gedoodverfde troonopvolger. Op zijn beurt zette hij Zarti, met wie hij tijdens zijn studies in Wenen bevriend was geraakt, officieel aan het hoofd van LIA. ‘De LIA werd misbruikt door Saif’, zegt Dirk Vandewalle, een Belgische Libië-expert aan de Amerikaanse universiteit Dartmouth. ‘Tussenpersonen streken miljoenen op om de Libische investeringen aan te trekken.’
Tal van westerse investeringsbanken en beheerders van private equity roken hun kans. Een medewerkster van LIA noemde de situatie achteraf in een rechtszaak, waaruit ook de anekdote met het jacht komt, ‘het wilde westen’. Enkele weken na de trip op het jacht mocht Goldman Sachs de eerste schijf van in totaal 1,2 miljard dollar investeren namens de LIA.
‘Ze zijn erg onwetend’, mailde Ben-Brahim later aan een collega. ‘Iedereen zou hen kunnen “verkrachten”.’ Goldman Sachs had het Libische geld vooral in erg risicovolle en complexe derivaten gestoken, die geld opbrachten als de onderliggende aandelen zouden stijgen. Maar de financiële crisis brak uit, en de LIA verloor haar volledige inleg.
Toen de VN hun sancties ophieven, kon Kadhafi de op acht na grootste olievoorraad te wereld aanboren en exporteren
Maar intussen had Saif Kadhafi al vele andere investeringen gedaan – vooral in Europa en in mindere mate Noord-Amerika. ‘Dat zag je bij alle Noord-Afrikaanse kleptocraten’, zoals de toenmalige Tunesische leider Ben Ali en zijn Egyptische evenknie Moebarak, zegt Ana Gomes, een Portugees Europarlementslid dat van 2010 tot 2014 Libiërapporteur was voor het parlement. ‘Europese investeringen zijn stabiel.’ Van de investeringen die Kadhafi in Afrika zelf deed, werden er veel na zijn val door lokale leiders genationaliseerd.
Dictator Moammar Kadhafi(b.) en zijn zoon Saif al-Islam (o.). reuters
Bovendien fungeerde de LIA als glijmiddel voor de banden met het Westen. Vooral bedrijven uit ex-kolonisator Italië, waarnaar Libië het meeste olie exporteerde, droegen de voorkeur van de LIA weg. Het investeerde volop in bedrijven als autoconstructeur Fiat, voetbalclub Juventus en UniCredit, de grootste Italiaanse bank. De LIA kocht ook participaties in de industriële holding Finmeccanica, nu Leonardo, en het energiebedrijf Eni. Ook in België dook de LIA op, toen het in 2008 vlak voor de val van Fortis, intekende op een pakket aandelen van de toen noodlijdende Belgische bank.
Maar de link met België ging veel verder. In Brussel ligt het hoofdkwartier van Euroclear, de internationale draaischijf voor de afwikkeling van effectentransacties tussen banken (zie inzet). Euroclear heeft echter ook activa in bewaring en stockeerde ook aandelen van LIA in onder meer Eni, Finmeccanica en Unicredit, naast onder meer obligaties van LIA, leningen aan staten en ondernemingen die geld opbrengen. De LIA had minstens vier rekeningen bij Euroclear, waaronder twee via haar dochteronderneming Libyan Foreign Investment Company (Lafico), die de VN aan de LIA gelijkstellen. De LIA is niet rechtstreeks klant bij Euroclear. Het laat haar rekeningen beheren door de Britse bank HSBC en de Arab Banking Corporation, een bank in Bahrein waarvan de Libische centrale bank meerderheidsaandeelhouder is.
Arabische Lente
Alles verandert eind 2010. In Tunesië steekt een straathandelaar zich in brand, het begin van de Arabische Lente. Op 15 februari 2011 starten ook in Libië de eerste straatprotesten tegen Kadhafi. Elf dagen later nemen de VN de eerste sancties tegen het Libische regime. Op 17 maart bevriest een VN-resolutie formeel alle tegoeden van de LIA. Twee dagen later start het Westen, met de steun van ons land, bombardementen tegen Kadhafi.
De VN wilden dat de tegoeden, die ‘onder zeggenschap van Moammar Kadhafi en zijn familie’ stonden en een ‘mogelijke financieringsbron voor zijn regime’ waren, het Libische volk ten goede kwamen. In totaal waren de bevroren tegoeden van de LIA eind 2012 zo’n 67 miljard dollar waard, berekende consultancybureau Deloitte. Het is onduidelijk hoeveel activa er in België precies werden bevroren. Euroclear weigert te antwoorden op vragen daarover en in het parlement schermt de regering met een geheimhoudingsregel in de VN-resoluties en de EU-verordeningen waarin die werden omgezet.
Maar een brief van Didier Reynders uit 2012 (zie inzet) schept meer duidelijkheid. In totaal bedroeg de waarde van de Libische fondsen bij Euroclear toen zo’n 12,3 miljard euro. Er stonden ook nog – veel lagere – bedragen bij andere Belgische banken, maar die zouden intussen zijn overgedragen. Naar de huidige waarde, die erg onderhevig is aan aandelen- en valutakoersen, is het gissen. Maar toenmalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) zei in maart 2018 dat er ‘nog steeds’ 14 miljard bevroren was.
In september 2011 was het rijk van Kadhafi definitief ten einde. Omdat er uitzicht was op een nieuw regime en de VN fondsen ter beschikking wilden stellen om het land herop te bouwen, kwam er op 16 september een nieuwe, versoepelde resolutie. Er werd beslist dat de activa die aan de LIA hadden toebehoord, tot die datum bevroren bleven, maar dat de investeringsmaatschappij wel kon beschikken over nieuwe tegoeden. Het is een door de VN fout beoordeelde interpretatie van die regel die België ertoe aanzette om interesten te beginnen uitbetalen.
Prins Laurent en Euroclear
Na de val van Kadhafi hadden enkele Belgische bedrijven, waaronder de Waalse wapenfabrikant FN Herstal, nog openstaande facturen voor Libië. Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) stuurde in augustus 2012 een brief naar zijn Libische ambtsgenoot met de vraag om die sommen te betalen. Libië heeft dat daarna voor enkele bedrijven effectief gedaan, zonder dat aan het bevroren geld geraakt werd.
Maar wie ook nog geld terug moest krijgen van Libië, is prins Laurent. Het contract van zijn vzw met Libië over herbebossingsprojecten werd in 2010, voor de val van het regime, eenzijdig door het land verbroken. In 2014 veroordeelde een Belgische rechtbank Libië definitief tot het betalen van (intussen) zo’n vijftig miljoen euro schadevergoeding. Omdat Laurents advocaten geen gehoor vonden bij Libië, noch bij de Belgische regering, zetten ze hun zinnen op de Libische gelden bij Euroclear.
De Brusselse vestiging van Euroclear speelt een sleutelrol in de financiële wereld: het verwerkt en staat garant voor de internationale transacties van aandelen, obligaties en andere effecten tussen banken, voor een totale waarde van 733 biljoen (733.000 miljard) euro per jaar. Vanwege die functie in het internationale kapitaalverkeer beschermt een Belgische wet uit 1999 Euroclear tegen inbeslagnames.
Maar Euroclear fungeert ook als conventionele bank. Het heeft 28,6 biljoen euro aan effecten in bewaring, waaronder de Libische tegoeden. Raadgevers van Laurent en andere specialisten voeren aan dat de immuniteit niet geldt voor die bewaarfunctie. Maar Euroclear verzet zich tegen het raken aan tegoeden die in haar bezit zijn. Het laat weten zich aan alle relevante wetgeving te houden. De FOD Financiën voert onder meer aan dat de Libyan Investment Authority niet gelijkgesteld kan worden met de Libische staat en wordt daarin gesteund door een advies van de Europese Commissie.
Prins Laurent. photo news
In een ultieme poging om zijn geld terug te krijgen, diende Laurents vzw een strafklacht in voor witwasserij, omdat de Libische tegoeden niet de juiste fiscale behandeling zouden krijgen. De Brusselse onderzoeksrechter Michel Claise legde in dat kader in 2017 toch deels beslag op de Libische tegoeden bij Euroclear, waartegen de financiële speler zich momenteel juridisch verweert. Het is door de aanhoudende demarches van Laurent en dat onderzoek dat de hele kwestie van de Libische bevroren tegoeden in ons land, vooral via artikels in het Franstalige tijdschrift Le Vif, aan het licht kwam. Door het onderzoek worden de interesten sinds oktober 2017 niet meer uitbetaald. Daarover morgen meer. (mv)