Yang Feng Glan, een Chinese zakenvrouw, is in Tanzania veroordeeld tot 15 jaar celstraf wegens de illegale handel in ivoor. Yang zou zo’n 2 ton naar Azië gesmokkeld hebben en staat bekend als de ‘ivoorkoningin’.
De 69-jarige Yang Feng Glan streek in de jaren 70 van de vorige eeuw voor het eerst in Tanzania neer. Als succesvolle zakenvrouw werkte ze zich in de volgende decennia onder meer op tot voorzitter van een raad die zich bezighoudt met de handelsbetrekkingen met China. Ze leerde Swahili spreken en was ook eigenares van een populair Chinees restaurant in Dar es Salaam. Maar dat restaurant was blijkbaar meer dan een mooi uithangbord voor de Afrikaans-Aziatische relaties en haalde zijn winst niet alleen uit de verkoop van eten: het bleek ook de ideale dekmantel voor de illegale handel in ivoor.
Yang zou er volgens de aanklacht waar ze voor terechtstond tussen 2000 en 2004 maar liefst 860 stukken ivoor het land uitgesmokkeld hebben. Dat ivoor was afkomstig van de slagtanden van zo’n 350 olifanten en goed voor een waarde van een kleine 5 miljoen euro. De cijfers in de officiële aanklacht zijn mogelijk een fikse onderschatting en men vermoedt dat de werkelijke buit een pak groter is.
De analfabeet die Mandarijn sprak
Een omvangrijke handel die onderzoekers min of meer per ongeluk op het spoor kwamen na een tip in 2014. Een afdeling van de Onderzoekscel voor Nationale en Internationale Zware Misdrijven kreeg toen in de buurt van Ruaha Park – waar het olifantenbestand in een jaar tijd teruggelopen was van 20.000 naar 8.000 – over een vermoedelijke stroper, Philemon Manase, die amper kon lezen of schrijven maar vreemd genoeg wel vloeiend Mandarijn sprak.
Via die Manase botsten de speurders op de naam van Yang Feng Glan, met wie hij jaren had samengewerkt. Maar de vrouw bleek ondertussen spoorloos verdwenen. Toen ze een jaar later weer gespot werd in Dar es Salaam probeerde ze nog te ontsnappen. Pas na een dolle achtervolging in het stadscentrum kon de politie haar klemrijden.
Vijftien jaar, of iets meer
Het proces tegen Yang en haar kompanen kreeg deze week zijn beslag. De ‘ivoorkoningin’ werd net als haar handlangers Salivius Matembo en Manase Philemon veroordeeld tot 15 jaar cel wegens het leiden van een criminele bende. De rechter beval hen ook twee keer de marktwaarde van de slagtanden te betalen. Als ze dat niet doen, komt er nog eens twee jaar extra celstraf bij.
Vanuit China reageerde een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat zijn land strenge wetten heeft die bedreigde diersoorten beschermen en inbreuken daartegen bestraffen. ‘We keuren de illegale acties van Chinese burgers niet goed en steunen de Tanzaniaanse autoriteiten die deze zaak onderzochten en beoordeelden.’
‘Niet zwaar genoeg gestraft’
Milieuactivisten zijn tevreden met de veroordeling en zien het als een bewijs dat het de overheid menens is met de strijd tegen illegale stroperij. De straf vinden ze wel te licht: ‘De straf is niet zwaar genoeg voor de wreedheden die ze op haar kerfstok heeft’, aldus Amani Ngusaru van het WWF in Tanzania. ‘Ze stond aan het hoofd van een netwerk dat duizenden olifanten gedood heeft.’
Volgens cijfers uit 2015 liep de olifantenpopulatie in Tanzania terug van 110.000 in 2009 tot 43.000 in 2014. Volgens activisten was dat het gevolg van stroperij ‘op industriële schaal’. Voor een groot stuk is dat een gevolg van de vraag in Aziatische landen zoals China en Vietnam.