Zowel meerderheid als oppositie toonde zich bijzonder kritisch voor de keuze van Francken om met ‘schimmige tussenpersonen’ te werken om humanitaire visa uit te reiken, waardoor willekeur en misbruik om de hoek loerden. ‘Dat is de essentie. En dat ziet u blijkbaar nog altijd niet in.’
Politiek cliëntelisme, verweet zowel de meerderheid als oppositie aan Theo Francken. Voor het uitreiken van humanitaire visa aan vooral Syrische christenen werkte hij samen met verschillende tussenpersonen, ook van zijn eigen partij.
‘Ik ben nog altijd kwaad over het gebrek aan transparantie dat u heeft gegeven, omdat we daar keer op keer naar hebben gevraagd’, zei Nahima Lanjri (CD&V). ‘Was dat omdat u geen pottenkijkers wilde en zelf de spelregels wilde bepalen? U had blijkbaar meer vertrouwen in partijgenoten dan in uw eigen administratie. U koos een sluipweg, van ons-kent-ons.’
‘Melikan Kucam, Constantin al-Chammas, Karim Van Overmeire: alle drie partijgenoten en vertrouwenspersonen van het kabinet, die zonder veel vragen lijstjes konden overmaken’, zei Wouter De Vriendt (Groen). ‘Blijkbaar was een N-VA-lidkaart voor hen voldoende als diploma van geloofwaardigheid om samen te werken, en om ze een officiële functie te geven.’
Barbara Pas (Vlaams Belang): ‘Ik hoor u zeggen dat u uw beleid voor honderd procent verdedigt. Maar stelt u zich voor dat Laurette Onkelinx van de PS staatssecretaris was geweest, tien keer zo veel humanitaire visa had uitgereikt en zich daarvoor had gebaseerd op lijstjes van PS-gemeenteraadsleden, dat zij daarover geen transparantie had willen geven, en dat daarna een schandaal over vermeend misbruik was uitgebroken. Zou u zo’n beleid ook verdedigen?’
‘Niemand in deze zaal betwist dat kwetsbare mensen moeten worden geholpen’, zei Pas nog. ‘De essentie is dat u een ontransparant schimmig systeem van tussenpersonen op poten hebt gezet.’
‘Wat mij stoort, is dat u uw administratie heeft uitgeschakeld’, zei Hendrik Vuye. ‘Dat er twee procedures naast elkaar bestonden, een via een aanvraag bij de Dienst Vreemdelingenzaken, via de ambassade, en één direct via het kabinet. Twee procedures met verschillende slaagkansen voor mensen in een gelijkaardige situatie. Dat kan niet in een democratie.’
Francken bleef die aanpak verdedigen. ‘Ja, er waren twee parallelle systemen. Anders had je die humanitaire corridors vanuit Syrië niet kunnen organiseren.’
Kwetsbaar of niet?
Verschillende Kamerleden vroegen zich ook af of alle Syriërs die een humanitair visum hebben gekregen, wel echt kwetsbaar waren, en hoe die kwetsbaarheid werd beoordeeld.
‘Er was geen check op kwetsbaarheid’, zei Lanjri. ‘Uw administratie deed alleen een vormelijke check. Nu blijkt dat ook nog niet iedereen asiel heeft gevraagd. Is dat omdat sommigen misschien het risico lopen afgewezen te worden, omdat ze niet kwetsbaar zijn?’
Monica De Coninck (SP.A): ‘Christenen in Syrië waren dikwijls hoogopgeleid, relatief vrij en hadden vaak twee woningen, in de stad en op het platteland. Ze wilden zo lang mogelijk in Syrië blijven. Dat ze niet in de VN-vluchtelingenkampen zitten, komt omdat ze hun eigen wegen hebben om zich te redden. Ze hebben voldoende financiële middelen, waardoor ze makkelijker een visum kunnen kopen. U kunt mij dus niet uitleggen dat hier geen sprake was van een VIP-behandeling.’
‘Vooral in 2015 was de situatie in Syrië problematisch’, zei Patrick Dewael (Open VLD). ‘Toch steeg ook het aantal humanitaire visa ook nog in 2016 en 2017 exponentieel.’
Oneigenlijke gezinshereniging
Open VLD wees erop dat humanitaire visa een gunstmaatregel zijn, maar dat Francken met zijn beleid een ‘nieuw migratiekanaal’ heeft geopend. Dewael: ‘Die visa gingen vaak naar mensen die hier familie hebben, broers, zussen… Dat heet gezinshereniging. In dit parlement hebben we de wettelijke criteria voor gezinshereniging verstrengd. Dan is het niet logisch dat u die gezinshereniging via humanitaire visa op een oneigenlijke manier doorvoert.’
De Vriendt: ‘Het siert u dat u ondubbelzinnig zegt dat uw beleid fout zat. U zegt nu dat u prioritair wil samenwerken met de VN, terwijl de VN vroeger volgens u niets kon bijdragen. Maar u zegt ook: ik verdedig min beleid voor honderd procent. Dat is bijzonder jammer. Dat is niet het antwoord dat de mensen willen horen. Zij zijn kwaad over het misbruik en de fraude.’
Tegen het einde van de hoorzitting liepen de emoties wat hoog op en kwam Koenraad Degroote (N-VA) tussen om zijn partijgenoot te steunen.
‘We hadden afgesproken dat we geen onderzoekscommissie zouden houden, maar wat ik hier heb gehoord, al die beschuldigingen aan het adres van de voormalige staatssecretaris van pseudo-onderzoeksrechters, gaat verder dan een onderzoekscommissie.’