Het is wachten op een vraag van de Indonesische overheid vooraleer ons land B-Fast kan laten uitrukken.
B-Fast, het Belgische noodhulpteam dat kan uitrukken bij grote rampen, staat nog niet op het punt om te vertrekken naar Indonesië. Een tsunami in de zeestraat van Soenda, tussen de eilanden Java en Sumatra maakte daar honderden slachtoffers. Het team van B-Fast kan medische bijstand verlenen, maar kan niet op eigen houtje de Indonesiërs hulp opdringen.
‘Er is op dit moment nog geen vraag om hulp van Indonesië’, zegt minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) in een reactie aan De Standaard. ‘Misschien komt die vraag er morgen of overmorgen wel.’
'Amerikaanse of Australische hulp'
Het is niet de eerste keer dit jaar dat Indonesië getroffen wordt door natuurgeweld. In augustus eiste een aardbeving op het Indonesische eiland Lombok meer dan 300 levens. En op 28 september werd het eiland Sulawesi getroffen door een tsunami. Tachtigduizend mensen raakten ontheemd en er vielen meer dan 2.000 dodelijke slachtoffers.
De Indonesische overheid kreeg toen veel kritiek omdat de hulpverlening erg traag op gang kwam. Een week na de tsunami werd toen beslist dat B-Fast niet meer zou afreizen naar Indonesië. Er waren onder meer problemen met het transport, waardoor B-Fast op een naburig eiland zou moeten landen en dan zelf transport organiseren om op Sulawesi te geraken.
‘Ik verwacht dat de Indonesiërs eerder zullen kijken naar hulp uit Amerikaanse of Australische hoek’, zegt Reynders. ‘Zij hebben daar ook militaire basissen.’ Als er een vraag komt van Indonesië kan B-Fast nog altijd uitrukken. ‘Zij kunnen op verschillende vlakken hulp bieden, zowel op medisch vlak als voor bijvoorbeeld waterzuivering.’ Maar eerst moet de vraag om hulp dus komen.