‘Ik ben tien dagen geleden al ingelicht over de klachten aan het adres van Fabre. Een klacht van twintig mensen is niet niks, bovendien worden de feiten heel gedetailleerd beschreven. Dit lijkt dus ernstig, en we nemen dit dan ook heel ernstig’, zei Gatz donderdag in De Ochtend op Radio 1.

‘Natuurlijk is niemand schuldig tot het tegendeel is bewezen. Mijn administratie gaat deze zaak grondig onderzoeken, uiteraard met de toepassing van hoor en wederhoor. Het arbeidsrecht moet te allen tijde toegepast worden, en grensoverschrijdend gedrag valt daar juridisch gezien onder. En uiteraard is het niet alleen aan de Vlaamse overheid om dit te onderzoeken. Ik sluit niet uit dat ook het gerecht en de sociale inspectie in actie schieten’, vervolgde Gatz.

Volgens de minister van Cultuur kunnen nog meer mensen dan Fabre het voorwerp worden van zo’n onderzoek. ‘In de brief staat letterlijk dat er binnen Fabres gezelschap Troubleyn een zwijgcultuur heerst. Er zouden meer mensen betrokken zijn en dat baart me zorgen. Dit gaat niet alleen over Fabre, maar over zijn volledige gezelschap.’

Als het grensoverschrijdend gedrag bewezen zou worden, is het volgens Gatz evenwel ‘wettelijk niet mogelijk’ de subsidies terug te vorderen die Fabres gezelschap de afgelopen jaren heeft ontvangen.

Lichamelijkheid

In juni maakte Gatz nog de studie van de UGent bekend waaruit bleek dat een op de vier vrouwen uit de cultuur- en mediasector het voorbije jaar ongewenste fysieke of seksuele intimiteiten heeft ervaren.

Gatz: ‘Lichamelijkheid is erg belangrijk in de danssector, dus misschien is het geen toeval dat het net daar zo vaak voorkomt. Maar er zijn natuurlijk grenzen. Als mensen geen solo mogen dansen als ze niet ingaan op avances, is er natuurlijk een enorme grens overschreden.’