Ondanks de beloftes van minister Tommelein dreigt het rendement van zonnepanelen toch te lijden onder de invoering van de digitale meter.
‘Wie zonnepanelen heeft of er plaatst vóór 2021, heeft minstens 15 jaar recht op het voordeel van de terugdraaiende meter.’ Dat beloofde minister van Energie Bart Tommelein (Open VLD) bij de beslissing over de invoering van de digitale meter. Die heeft geen terugdraaiende schijf meer, maar dat terugdraaien kan achteraf wel gesimuleerd worden, zodat de eigenaars van zonnepanelen geen nadeel ondervinden.
Alleen kan Tommelein zijn belofte niet onmiddellijk hard maken. De Vlaamse regering is wel bevoegd om het onderdeel elektriciteit in de elektriciteitsprijs virtueel te laten terugdraaien, maar voor de distributienettarieven is de onafhankelijke energieregulator Vreg bevoegd en voor de federale heffingen (btw, accijnzen ...) de federale overheid. Die laatste twee onderdelen zijn goed voor maar liefst twee derde van de elektriciteitsprijs.

Rendement ondergraven
De Vlaamse regering kan het effect van een terugdraaiende meter dus niet zelf helemaal nabootsen. Ze besliste daarom dat voorlopig alleen het onderdeel energie in de elektriciteitsprijs gecompenseerd wordt. De nettarieven en de federale heffingen dreigen daardoor wel verschuldigd te worden op elke kilowattuur die van het net wordt gehaald. In ruil wordt het prosumententarief dat eigenaars van zonnepanelen betalen voor het gebruik van het net, geschrapt.
Hoe dan ook dreigt die regeling het rendement van zonnepanelen te ondergraven. Bewoners zouden al een aanzienlijk deel van hun opgewekte zonne-energie onmiddellijk moeten verbruiken – en niet ’s avonds bijvoorbeeld als de zon niet meer schijnt – om dezelfde opbrengst te halen (zie grafiek).
Met de slimme toepassingen van de digitale meter wordt het weliswaar makkelijker om pakweg de wasmachine op het juiste moment te laten draaien, maar niet iedereen zal over de juiste technologie beschikken. Net zoals niet iedereen batterijen of een elektrische auto heeft.
‘Deze regeling kan de terugverdientermijn van zonnepanelen doen oplopen van zes tot acht jaar vandaag naar tien jaar’, vreest directeur Bram Claeys van sectororganisatie ODE. ‘En de tijd dringt, de Vlaamse regering wil vanaf volgend jaar al beginnen met het installeren van de eerste digitale meters. Dat is over vier maanden.’
Overleg met Vreg
Er wordt nu uitgekeken naar de beslissing van regulator Vreg. Als die beslist om het onderdeel distributienettarieven mee te laten terugdraaien, net zoals nu het geval is met de terugdraaiende meter, is het probleem grotendeels van de baan. Maar de Vreg is nooit een groot voorstander geweest van de terugdraaiende teller. En de regulator is niet van plan om snel een beslissing te nemen. Hij wacht een definitieve goedkeuring van het decreet over de digitale meter af, en het bijbehorende besluit. Het Vlaams Parlement buigt zich vanaf midden september over de kwestie.
Tommelein blijft intussen bij zijn standpunt. ‘Wie geïnvesteerd heeft in zonnepanelen, moet zijn of haar rendement absoluut behouden’, zegt hij. ‘Het steen voor steen heropgebouwde vertrouwen in zonnepanelen mag en zal niet lijden onder de invoering van de digitale meter. We zijn momenteel in overleg met de Vreg om zo snel mogelijk duidelijkheid te brengen.’
De Raad van State suggereerde al om sneller werk te maken van een alternatief compensatiesysteem voor nieuwe installaties, waaraan bestaande installaties vrijwillig kunnen aanhaken. Dat systeem is in voorbereiding en nu beloofd voor 2021.