Zonnebril uit de vintage shop, kleurige kralenketting rond de nek, beheerste afro. Cool as fuck. En dan zijn white ass handlangers, met hun afgewassen shirts en groezelige baardjes. Wie even niet op het tijdsgewricht lette, zou zweren dat ie écht in 1972 was beland.
Op zijn recente, tweede album probeerde 39-jarige soulzanger zich wat aan de stempel van Motown en Stax te ontworstelen door buiten de lijntjes van de retrosoul te kleuren. Onder meer door een beroep te doen op klankwizard Danger Mouse, die retro als geen ander een eigentijdse glans kan gegeven.
Maar live merkte je daar minder van. Nummers als ‘The drive’ en ‘Go as you are’ pronkten met piepende gitaarsolo’s en wahwah-effectjes. Harding heeft een verleden met garagerockband Black Lips. In ‘Next time’ ronkte een romige sixtiesorgel en ‘Drive my car’ boogiede met een glas whisky te veel op.
Psychedelische synthstrijkers
Net toen het allemaal op een troosteloos gelijkspel dreigde te eindigen, dook de baritonsax in de groove voor de versnelling. Hij injecteerde ‘On and on’ met zompige funk en gaf ‘Till the end’ een flinke stomp. Oef.
De invloed van Danger Mouse sijpelde door in ‘Face your fear’ en vooral Wednesday morning atonement’, waarin psychedelische synthstrijkers en -fluitjes de soundtracks van geile blaxploitationfilms voor de geest riepen.
De zevende soulhemel
Harding haalde zijn verleidelijkste falset boven en knipoogde naar die andere Curtis - wijlen funksoulbrother Curtis Mayfield. De zanger gooide de tamboerijn omhoog en de benen los in ‘Need my baby’, het publiek kon op het kekke slaggitaartje en de funky discobeat van ‘Heaven’s on the other side’ niet anders dan volgen. Plaats zat om te dansen overigens, want Klub C was maar matig gevuld.
Otis Redding en James Brown draaiden elkaar een tong in de zevende soulhemel bij ‘Keep on shining’ en ‘Need your live’, en de tent ging alsnog helemaal plat. Harding is zo retro als Lenny Kravitz, maar ontbeert de pophooks. Gelukkig snelde het stomende spelplezier ter hulp.