Ergens halverwege haar set trok Anne-Marie haar knalrode, oversized T-shirt uit. Daar stond ze dan, gehuld in een zwarte sportbeha en een behoorlijk onflatterend wielrennersbroekje.
Het was Anne-Marie ten voeten uit: zonder complexen gooide ze haar atletische lijf én haar goede luim vol in de strijd en won daarmee alle harten, ook die van de papa’s naast ons die hun tienerdochters vergezelden en - al zij het met de armen gekruist - goedkeurend stonden te knikken.
Dat hoeft niet te verbazen. Het was namelijk moeilijk om níét te houden van Anne-Marie. Op het podium bleef ze lekker zichzelf; je geloofde haar meteen wanneer ze vertelde dat ze ‘een beetje emotioneel werd’ van de warme respons die ze kreeg. Die respons was dan ook overweldigend: het jonge, vrouwelijke publiek zong haar hits van voor tot achter mee.
Wat die hits betreft: zo’n nummer als ‘Bad girlfriend’ mag dan ongelooflijk catchy klinken, vernieuwend kun je het bezwaarlijk noemen. Hetzelfde gold voor ‘Alarm’ of ‘Trigger’: die songs bevatten hooks die zich ogenblikkelijk in je hoofd nestelen, maar in wezen zijn het vrij risicoloze, op EDM gebaseerde popsongs met een tropisch tintje - zoals je er dagelijks tientallen op de radio hoort passeren.
Los van dat gebrek aan muzikale durf maakte Anne- Marie wél indruk met haar présence. Je komt het zelden tegen, die combinatie van zelfzekerheid en toegankelijkheid. Anne-Marie zou je buurmeisje kunnen zijn. Maar dan wel een buurmeisje met een indrukwekkende stem, een resem pophits op haar conto en een grote drive om het te maken. Een professional, quoi.