getty
Regering moderniseert abortuswet
Meer dan een symbolische update
Na bijna dertig jaar wordt abortus een recht in plaats van een misdrijf. Artsen die weigeren de ingreep uit te voeren, worden verplicht om door te verwijzen naar collega’s.
BrusselAl wie ‘vruchtafdrijving veroorzaakt bij een vrouw’ riskeert vandaag in theorie een gevangenisstraf tot een jaar en een geldboete, tenzij er wordt voldaan aan een reeks voorwaarden die sinds 1990 abortus per uitzondering toelaten. Een akkoord binnen de federale regering keert dat principe nu om: abortus verdwijnt uit het strafwetboek, komt in een aparte wet en wordt een recht in plaats van een misdrijf, als de voorwaarden zijn gerespecteerd.
De nieuwe regeling verandert de modaliteiten niet revolutionair, maar op enkele vlakken worden ze wel versoepeld. Zo blijft de verplichte bedenktijd van zes dagen behouden, maar vervalt die wanneer de gezondheid van de vrouw in gevaar is. Bovendien kan de termijn waarin een vrouw abortus mag vragen, die twaalf weken blijft vanaf de conceptie, verlengd worden met die zes dagen. Op die manier worden gevallen vermeden waarbij laattijdige abortussen door de reflectieperiode de twaalf weken nipt overschrijden.
Vandaag stelt de wet nog dat de vrouw in een ‘noodsituatie’ moet verkeren voor abortus. Die notie verdwijnt. Het was al zo dat het begrip ruim werd geïnterpreteerd en dat alleen de vrouw zelf kon oordelen of het ging om een noodsituatie. Ook zullen artsen die een abortus weigeren uit te voeren, verplicht worden om door te verwijzen naar collega’s. Bovendien komen er straffen voor wie een vrouw verhindert een legale abortus uit te voeren. Wie de termijn van twaalf weken of de andere voorwaarden niet respecteert, blijft op dezelfde manier strafbaar als vandaag.
Wisselmeerderheid vermeden
De discussie over de depenalisering van abortus sluimerde al maandenlang, vooral in Franstalig België. Nadat hoorzittingen van experts in het parlement de zaak in een stroomversnelling hadden gebracht, trok premier Charles Michel (MR) het debat de afgelopen maand naar zich toe. Vooral Open VLD hamerde op een doorgedreven vernieuwing.
De liberalen pleitten onder meer voor een verlenging van de termijn van twaalf weken en een verkorting van de bedenktijd. Maar CD&V en N-VA waren weigerachtig. Michel wilde heibel binnen zijn meerderheid vermijden en smeedde in alle stilte een compromis. De linkse oppositie lag namelijk met een veel verregaander voorstel op de loer om de liberalen te verleiden tot een wisselmeerderheid, wat tot een regeringscrisis had kunnen leiden.
Met het compromis op zak kunnen de regeringspartijen vandaag in de commissie-Justitie het voorstel van de groenen en socialisten met een gerust gemoed wegstemmen. Later moet dan de goedkeuring van het meerderheidsvoorstel volgen. De SP.A onthaalt dat alvast positief: ‘Het is mede dankzij de voorstellen van de oppositie en het afdwingen van hoorzittingen dat we de meerderheid tot inkeer hebben gebracht en hen tot een voorstel hebben gedwongen om abortus uit het strafwetboek te halen’, klinkt het.
Doodgeboren kinderen
Als tegemoetkoming voor de wetswijziging gaat de regering ermee akkoord een verzuchting die CD&V al lang koestert, in te willigen: het sneller erkennen van doodgeboren kinderen. Vandaag moet een foetus die minstens 180 dagen oud is, officieel geregistreerd worden. Voor jongere doodgeboren baby’s is die mogelijkheid er niet, waardoor ze ook geen officiële naam kunnen krijgen. In het voorstel van CD&V zullen ook ouders die een kind verliezen van minstens 140 dagen oud de mogelijkheid krijgen om hun kind officieel te registreren en een naam te geven. ‘Zo geven we ouders in zo’n situatie een officiële erkenning van hun verlies en hun rouwproces’, zegt CD&V-Kamerlid Sonja Becq.