Met ‘drag & drop’, bij onze noorderburen bekend als ‘sleur & pleur’, hoef je een stukje tekst, een foto of ander digitaal materiaal niet langer te kopiëren en te plakken. In plaats daarvan sleep je de informatie simpelweg van de ene naar de andere plek, waar je de content vervolgens laat ‘vallen’. In Windows en macOS is drag & drop al zo oud als Sint-Juttemis. De iPad is er dus rijkelijk laat mee, maar eerlijk is eerlijk: Apple heeft de techniek wel heel knap geïmplementeerd.

Zwevend ballonnetje

Wanneer je in iOS een app beetpakt (even ingedrukt houden) en naar een andere plek of een mapje sleept, is dat natuurlijk ook een vorm van drag & drop. Met ingang van iOS 11 kan je diezelfde techniek ook ín een app toepassen, bijvoorbeeld met een tekstfragment, een adres of een afbeelding. Om een stukje tekst te verplaatsen moet je het eerst op de klassieke manier selecteren. Wanneer je die selectie vervolgens enkele tellen ingedrukt houdt, zal je zien dat er een soort zwevend tekstballonnetje verschijnt dat je vrij kan verplaatsen. Je kan het fragment elders in de tekst weer droppen of – en dat maakt de functie pas écht interessant – laten vallen in een andere app.

Dit werkt over het algemeen het makkelijkst wanneer je twee apps tegelijk opent. In iOS kan dat op twee manieren: via de Split Screen-modus of met de Slide Over-functie. Beide schermsnufjes kwamen eerder al eens aan bod, maar dat was ten tijde van iOS 9. De manier waarop je de twee schermfuncties activeert ging in iOS 11 volledig op de schop.

Vanuit het Dock

De Split Screen-modus werkt voortaan als volgt: open achtereenvolgens de twee apps die je wil gebruiken, bijvoorbeeld eerst Notities en daarna Pages. Veeg vanaf de onderste schermrand een stukje naar boven, zodat het Dock van iOS 11 tevoorschijn komt. Pages stond nog schermvullend in beeld, Notities vind je terug in het Dock – rechts van de verticale scheidingslijn (een plek die gereserveerd is voor recent geopende apps). Sleep de Notities-app uit het Dock naar de linker- of rechterkant van het scherm, en de app wordt netjes naast Pages gepositioneerd. De breedte van beide toepassingen pas je eenvoudig aan met behulp van het balkje tussen de apps.

Slide-Over werkt nagenoeg op dezelfde manier, met het verschil dat je de tweede app niet náást de eerste toepassing parkeert, maar er bovenop laat vallen. Het resultaat is dat de eerste app de volledige breedte van het scherm blijft inpalmen, terwijl de andere toepassing er als een zwevend venster overheen komt te liggen (dat je zowel naar de linker als rechter schermrand kan verplaatsen). Vanaf dat moment is het een koud kunstje om content van de ene app naar de andere te draggen en droppen.

Met hulp van de thuisknop

Er is ook nog een andere manier, zonder tussenkomst van het Dock. Selecteer en versleep maar eens een stukje tekst of een foto, en druk vervolgens op de thuisknop. De actieve app verdwijnt dan uit beeld waarna je de selectie naar een van je andere applicaties kan verslepen. Laat de selectie niet los, maar wacht enkele tellen. De app zal dan vanzelf opstarten waarna je de gegevens, net als bij de Dock-methode, héél nauwkeurig kan plaatsen. Bijvoorbeeld: wanneer je vanuit de browser Safari een foto naar de Notities-app sleept, dan kan je dat kiekje meteen naar de gewenste aantekening dirigeren. Houd je vinger op het scherm, wacht een paar tellen tot de notitie open floept, en laat de foto vervolgens vallen waar jij dat wil. Het vergt een beetje oefening, maar na een poos wil je de drag & drop-functie van je iPad niet meer missen.

Drag & Drop werkt overigens niet alleen met klassieke data zoals tekstflarden en foto’s, maar ook op plekken waar je het niet meteen verwacht. Zo is het bijvoorbeeld ook perfect mogelijk om vanuit de Contacten-app een adres (lees: een bestemming) naar de Kaarten-applicatie te slepen, om zo pijlsnel een route uit te stippelen. We zeiden het al: Apple heeft er lang over gedaan, maar het resultaat mag er zeker zijn.