Ik ben blank en ik blijf het
Ik heb het nu gehad. Ik heb het gehad met het zelfvoldane clubje dat, gehuld in zijn groot gelijk, ons taalgebruik aan het vergiftigen is. Ik trek een streep in het zand, nu die grote roergangers mij wit willen maken in de plaats van blank. Sneeuw is wit, het papier in mijn printer is wit, maar mijn spiegel toont me dat ik dat niet ben, tenzij het blanketsel van een verre overgrootmoeder terugkeert.