De maand van
400 jaar maagdelijkheid
In de auto aan de overkant van het kruispunt zit iemand op de passagiersstoel die erg oud moet zijn. Van waar ik sta, zie ik niet eens of het een man of een vrouw is, maar het is wel overduidelijk dat de leeftijd meer dan respectabel is. Het is zo’n menske uit wie het leven de aftocht al jaren geleden heeft geblazen: mager, voorovergebogen, kromme schouders. ‘Sjonge, die is dapper’, is de eerste gedachte die door mijn hoofd flitst. Van de tig uren die ik naast mijn grootmoeder zaliger heb doorgebracht, heb ik één ding stevig in mijn oren geknoopt: buitenkomen vergemakkelijkt er niet op met de ouderdom. In het laatste jaar dat ze leefde, kregen we haar met geen stokken meer uit haar elektrische rolstoel. In maart van dit jaar besliste ze uiteindelijk nooit meer buiten te komen.