In de Britse zondagskrant The Observer verscheen een lovend artikel over de Brusselse gemeente Elsene, dat volgens de journaliste helaas nog te weinig gekend is bij toeristen. En waarschijnlijk ook bij heel wat Belgen. Haar tips voor een geslaagde uitstap in eigen land.
Brussel oefent niet meteen een grote aantrekkingskracht uit op Britten, en al zeker niet voor een vakantie. Dat is toch de ervaring van journaliste Hayley Long, zo begint ze haar reisartikel over onze hoofdstad. Zij schrijft die reacties toe aan onwetendheid. ‘Als je Brussel leert kennen, zul je er waarschijnlijk van houden’, klinkt het. Al heeft zij haar hart verloren aan een specifiek deel van Brussel: de gemeente Elsene.
De Britse journaliste komt al meer dan twintig jaar in onze hoofdstad. ‘Toen ik hier als jonge twintiger aankwam zou Brussel niet meer zijn dan een tussenstop van enkele dagen. Maar ik bleef uiteindelijk een jaar. En hoewel ik meteen fan was van de dingen waarvoor Brussel het meest bekend is (de Grote Markt, het Atomium, het bier en de chocolade) werd ik pas echt verliefd op dat deeltje van Brussel waar toeristen bijna nooit komen. En dat is een spijtige zaak.’
Long neemt lezers in haar artikel mee van de Guldenvlieslaan (‘een van Brussels duurste boulevards’) door de Matongéwijk naar Sint-Bonifaas, en van daar naar de buurt rond Flagey en de vijvers van Elsene, dat ze vergelijkt met de Upper West Side ‘maar dan zonder de hipsters’. Tot slot prijst ze ook de Abdij van Terkameren, op het einde van de Louizalaan.
Nog een verborgen parel volgens de journaliste is het Museum van Elsene, waar je nog in alle rust zo lang naar de werken van Toulouse-Lautrec, Magritte, Miró en Picasso kan kijken als je zelf wil. Ze prijs ook de eerste Belgische retrospectieve van het werk van de Franse fotograaf Robert Doisneau, die net opende in het museum.
Het volledige artikel kunt u lezen op de website van The Guardian.