In landen waar het niet is toegelaten, wordt vaak gezegd dat het aanbieden van euthanasie in tegenspraak is met palliatieve zorg. De praktijk in ons land leert dat het niet zo hoeft te zijn. Zeven op de tien mensen die in 2013 overleden door euthanasie, kregen ook ondersteuning van een palliatief zorgteam.
Dat is meer dan bij mensen die niet door euthanasie stierven en die toch ook niet plotseling overleden. In deze groep blijkt maar 42,5 procent van de stervenden palliatieve zorg te hebben genoten aan het levenseinde. Het zijn opvallende vaststellingen van de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde (VUB-UGent). De onderzoekers analyseerden een willekeurig staal van 3.751 sterfgevallen uit 2013. In ruim de helft van de gevallen (55,7 procent) was het overlijden verwacht en werd er geen euthanasieverzoek geuit. Er waren 416 personen met een euthanasieverzoek. Bij 349 personen werd het verzoek ingewilligd. Van alle mensen die palliatieve zorg genoten, uitte 14 procent een euthanasieverzoek: een cijfer dat opnieuw aantoont dat wie euthanasie vraagt, een grotere kans heeft om ook palliatieve zorg te ontvangen.
Onderzoekster Sigrid Dierickx is niet verrast door het resultaat. ‘Misschien wordt er in het algemeen nog te weinig snel gedacht aan palliatieve zorg. Maar als iemand naar euthanasie vraagt, blijkt palliatieve zorg toch aangewezen, om te zien of dat nog iets voor de patiënt kan betekenen. Vandaar dat deze groep er vaker mee te maken krijgt.’
Bovendien bleek dat palliatieve zorgverleners betrokken waren bij de besluitvorming en/of de uitvoering in bijna 6 op 10 overlijdens door euthanasie. Dierickx: ‘Palliatieve zorgverleners hebben doorgaans veel expertise inzake levenseindezorg. Andere hulpverleners doen daarom vaak een beroep op hen.’