Factcheck
hh
Voorzitter Sven Sterckx van de beleggersfederatie VFB, op de Dag van de Tips
‘Belegger betaalt meer belasting dan loontrekkende’
BrusselTax freedom day valt voor particuliere beleggers op 23 augustus. Die boodschap verkondigde voorzitter Sven Sterckx van beleggersfederatie VFB afgelopen weekend op de ‘Dag van de Tips’. De tax freedom day geeft aan op welk moment in het jaar de verplichtingen aan de staat voldaan zijn. Dat die dag voor beleggers op 23 augustus valt, impliceert dus een belastingdruk van meer dan 50 procent. Beleggers zouden zwaarder belast worden dan de modale loontrekkende Belg, want voor hem valt de tax freedom day op 27 juli.
Dat kan verbazing wekken, want er is geen enkel belastingtarief dat dit cijfer ook maar benadert. De roerende voorheffing, die inkomsten uit dividenden en rente afroomt, bedraagt voor de meeste beleggingsproducten 30 procent. En de meerwaarden, een belangrijke factor bij beleggers, zijn zelfs belastingvrij te incasseren.
De portefeuille waarmee Sterckx de simulatie heeft uitgevoerd, bestaat voor de helft uit obligaties en voor de helft uit aandelen, waarvan 70 procent Belgische en 30 procent buitenlandse. De aandelen hebben een rendement van 5 procent (dividend en meerwaarden samen), de obligaties renderen negatief. Op de hele portefeuille bedraagt het rendement 2,28 procent. De belegger met een portefeuille van 100 euro heeft na een jaar dus 2,28 euro verdiend. Die opbrengst bestaat deels uit rente en dividend, maar ook deels uit meerwaarden op aandelen en minwaarden op obligaties.
Van het rendement gaat 87 cent op aan roerende voorheffing, 24 cent aan belastingen op de buitenlandse aandelen, en 12 cent aan beurstaks. Sterckx heeft ook de taks op de effectenrekening al meegerekend: 15 cent. Verder trekt hij 15 cent aan bankkosten af van het rendement. Aan het einde van de rit houdt de belegger nog maar 76 cent aan belast rendement over. Meer dan 60 procent gaat op aan belastingen.
Dat de belastingdruk zo hoog ligt, komt vooral door het negatieve rendement op obligaties. Hoewel de belegger niks aan zijn obligatieportefeuille overhoudt, moet hij er wel belasting op betalen. De coupon wordt immers gewoon uitbetaald. ‘Het klopt dat bij een stijgende rente de belastingdruk weer daalt, maar dit is momenteel wel al enkele jaren de realiteit’, zegt Sterckx.
Hij zegt zelf ook verrast te zijn door de uitkomst van zijn oefening. ‘Men doet alsof het tijd wordt dat beleggers meer gaan bijdragen. Maar men vergeet dat zij nu al heel veel bijdragen. Dat obligaties wel belast worden, terwijl ze niks opbrengen, weet de regering ook. Ik hoop dat mijn boodschap stilletjes aan gehoor gaat vinden, al twijfel ik er niet aan dat ze nog vaak herhaald zal moeten worden’.
Conclusie: de belastingdruk op een fictieve maar niet onrealistische beleggingsportefeuille bedraagt momenteel inderdaad meer dan 60 procent. Door het ongunstige renteklimaat wordt die druk weliswaar extra verhoogd, maar dat doet niets af aan het waarheidsgehalte van de simulatie. We beoordelen de stelling als waar.
niet waar | beetje waar | helemaal waar |