Nederland moet mogelijk al vanaf 2021 overschakelen op de import van gas. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Organistatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek TNO. Eerdere scenario’s gingen uit van 2030 als kantelpunt, waarbij Nederland verandert van netto exporteur in importeur. Dat heeft ook gevolgen voor ons land.
De noorderburen voorzien al decennia in de eigen gasbehoefte en verdienen daarnaast miljarden euro’s met de export ervan, maar de gaswinning werd de laatste jaren fors teruggeschaald wegens regelmatige aardbevingen in het winningsgebied in Groningen.
Eerder gingen de Nederlanders ervan uit dat ze op zijn vroegst in 2030 zouden moeten overschakelen op de import van aardgas, maar volgens TNO zou dat dus al in 2021 het geval kunnen zijn.
De onderzoeksinstantie gaat daarbij wel uit van een worstcasescenario. Als de productie nog verder wordt beperkt en de exploratie uiteindelijk moet worden gestaakt, moet Nederland binnen vier tot zes jaar aan het infuus, maar die timing is afhankelijk van de beslissingen van de komende regering over de aardgaswinning, klinkt het.
Overstap
Als Nederland moet overschakelen op de import van gas, komt er nog een ander probleem in het vizier: de Nederlandse huishoudens gebruiken voornamelijk laagcalorisch aardgas (L-gas of arm gas), terwijl in het buitenland enkel de hoogcalorische variant (H-gas of rijk gas) wordt aangeboden. Dat betekent dat het gas moet worden aangelengd, of dat huishoudelijke installaties moeten worden vervangen. Bedrijven en energiecentrales in Nederland gebruiken wel al hoogcalorisch gas.
Dat Nederland zijn gasleveringen veel vroeger zal moeten stopzetten, heeft ook gevolgen voor België, want onze noorderburen leveren momenteel nog een kwart tot dertig procent van het aardgas in ons land. Dat houdt in dat een miljoen gasverbruikers in Vlaanderen, een half miljoen in Brussel en zo’n 100.000 in Wallonië (ofwel de helft van alle Belgische gasklanten) sneller dan voorzien de overstap moeten maken naar H-gas.