‘Niet op heenvlucht? Dan ook niet terug’
Foto: belga
Luchtvaartmaatschappijen weigeren soms passagiers op de terugvlucht omdat ze niet meevlogen op de heenvlucht. Test-Aankoop trekt naar de rechtbank.

Test-Aankoop stapt samen met een klant van Brussels Airlines naar de rechtbank om een verbod te vragen op zogenaamde no-show-clausules. Door die clausules kunnen luchtvaartmaatschappijen passagiers verplichten om alle onderdelen van een geboekte reis af te leggen. Anders krijgen ze geen toegang tot het toestel.

In Budget & Recht, het tijdschrift van Test-Aankoop, staat een voorbeeld beschreven van hoe consumenten geschaad worden door dit ‘alles-of-niets’-beleid. David Martín wilde van Brussel naar Malta vliegen, en op de terugweg ook nog München en Berlijn aandoen. Maar het deel van München naar Berlijn moest hij door een staking noodgedwongen per trein afleggen. Tot zijn verbazing werd hem vervolgens verboden om het laatste stuk van de reis – van Berlijn naar Brussel – af te leggen. Brussels Airlines weigerde hem toegang tot het toestel. Hij moest een nieuw ticket kopen om in België te geraken.

Veel maatschappijen hebben dergelijke no-show-clausules in hun algemene voorwaarden opgenomen. Er wordt al jarenlang tegen geprotesteerd. Consumentenorganisaties vinden dat de rechten van passagiers erdoor geschaad worden, en dat consumenten nodeloos op kosten gejaagd worden. Maar de luchtvaartmaatschappijen zien de clausules als een belangrijk onderdeel van hun prijsbeleid.

Vluchten met een overstap zijn goedkoper dan rechtstreekse vluchten. Sommige maatschappijen proberen op die manier passagiers uit omringende landen naar hun eigen thuishaven te lokken. KLM-vluchten vanuit Amsterdam zijn bijvoorbeeld goedkoper voor Belgische klanten dan voor Nederlandse. De no-show-clausule voorkomt dat Nederlanders via België boeken en vervolgens het eerste deel van de reis niet afleggen.

Totaalverbod

Maar de clausules kunnen een pervers effect hebben, omdat ze ook worden toegepast voor retourvluchten. Schrijnend is het verhaal van een Air France-klant die een vlucht van Berlijn naar Parijs boekte om haar grootvader te bezoeken. Maar de grootvader stierf plotseling, en de passagier boekte snel een Ryanair-vlucht om sneller in Parijs te kunnen zijn. Daardoor kon ze niet meer met Air France van Parijs naar Berlijn terugvliegen, zoals voorzien. Ze mocht alleen terugvliegen als ze ook de heenreis had afgelegd.

Het voorbeeld komt uit een analyse over de kwestie door de Europese consumentenorganisatie BEUC. Die pleit voor een totaalverbod op no-show-clausules. Luchtvaartmaatschappijen zeggen dat zo’n verbod kan leiden tot een beperking van de prijsconcurrentie op sommige vluchten. Voor reizigers zouden bepaalde goedkope vluchtopties wegvallen, en alleen duurdere overblijven.

‘De Europese Commissie volgt ons daarin’, zegt Geert Sciot van Brussels Airlines. De Commissie heeft voorgesteld om de no-show-clausules alleen te verbieden voor retourvluchten, maar niet voor vluchten met een overstap, omdat daardoor de concurrentie beperkt zou kunnen worden. ‘Ook de FOD Economie, waaraan we onze algemene voorwaarden hebben voorgelegd in het kader van het Europese Fair Skies-project, heeft de regel goedgekeurd. Wel hebben we een paar verduidelijkingen aangebracht. We vinden het daarom ook jammer dat Test-Aankoop geen contact heeft opgenomen met ons.’

Sciot benadrukt dat voor passagiers die de maatschappij op tijd laten weten dat ze een deel van de reis niet kunnen afleggen, begrip wordt getoond. ‘We passen de no-show-regel alleen toe voor wie ons op voorhand niets laat weten.’

De BEUC veegt het argument dat de concurrentie beperkt zou kunnen worden, van tafel. Luchtvaartmaatschappijen hebben genoeg andere manieren om aan prijsdifferentiatie te doen. De BEUC en Test-Aankoop halen ook aan dat lang niet alle maatschappijen dergelijke clausules in hun algemene voorwaarden opnemen. De budgetvliegers doen dat bijvoorbeeld niet. En zij hebben van prijsconcurrentie juist hun handelsmerk gemaakt.

‘Volgens ons zullen de prijzen niet stijgen en zijn dit louter valse argumenten van de maatschappijen’, zegt Simon November van Test-Aankoop. ‘Enerzijds kan de concurrentie blijven spelen door de kosten niet door te rekenen, en anderzijds stellen we nu al vast dat sommige maatschappijen zoals Ryanair en Wizzair de clausule niet toepassen.’

En mocht het echt niet anders kunnen, dan zijn er genoeg andere mogelijkheden om misbruik te voorkomen, stelt de BEUC. Passagiers die niet de hele reis afleggen, kunnen bijvoorbeeld verplicht worden om het prijsverschil bij te passen, en te betalen voor de dure rechtstreekse vlucht in plaats van de goedkope met overstap. Weigering van de hele vlucht vindt de BEUC een disproportionele sanctie.

Europese richtlijn

Die disproportionaliteit was een van de argumenten van een rechter in Spanje om de no-show-clausules in dat land te verbieden. De Spaanse consumentenorganisatie OCU had een zaak hierover aangespannen tegen Iberia Airlines.

Dat de Spaanse rechter specifiek naar de disproportionaliteit verwees, is volgens de BEUC een aanwijzing dat de clausules in strijd zijn met de Europese richtlijn over oneerlijke contractclausules. Die verbiedt oneerlijke clausules als er een duidelijk onevenwicht is tussen de twee contractanten. Bij een luchtvaartmaatschappij en een consument is dat het geval, omdat de consument in een veel zwakkere positie staat dan de maatschappij. In dergelijke contracten zijn vooraf geformuleerde clausules die de consument schaden, verboden. Ook in Duitsland hebben rechters de clausules trouwens al om uiteenlopende redenen verworpen, onder meer wegens het onevenwicht tussen de contractpartijen.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in