Een groep aandeelhouders is naar de Europese rechter gestapt om de opgelegde verkoop van Banco Popular aan Santander ongedaan te maken. Ze willen hun oude obligaties terug in eer hersteld zien.
Een groep obligatiehouders waaronder verschillende hefboomfondsen, probeert de gedwongen verkoop van de Spaanse bank Banco Popular terug te draaien. Onder druk van de Europese autoriteiten ging Banco Popular in juni voor één euro naar het Spaanse Banco Santander. Aandeelhouders en obligatiebeleggers verloren hun investering.
De obligatiehouders willen dat de beslissing van de Europese Commissie en het Single Resolution Board (SRB), de Europese instantie die belast is met de afwikkeling van probleembanken, teruggedraaid wordt. Daartoe zijn enkelen naar de rechtbank van eerste aanleg bij het Europese hof van Justitie gestapt. Het gaat om Anchorage Capital, Algebris en Ronit Capital.
De obligatiehouders vinden dat de verkoop overhaast heeft plaatsgevonden en dat de Europese autoriteiten zich op incomplete informatie hebben gebaseerd. Ook zijn zij van mening dat het SRB de situatie heeft verergerd door zich publiekelijk uit te spreken over Banco Popular waardoor de spaarders hun geld terugtrokken en de bank in ademnood kwam.
Het volledig verlies van de obligatiehouders van Banco Popular bedraagt circa 1,9 miljard euro, dat voor de aandeelhouders (op basis van de laatste koers voor de ingreep) bedraagt 1,3 miljard.
De hedgefondsen zijn niet de enige partijen die proberen geld terug te krijgen. Ook een vereniging van kleine Spaanse aandeelhouders en een groep onder leiding van een Mexicaanse miljardair willen de verkoop teruggedraaid zien.
