Siemens verkoopt zijn minderheidsbelang in het Russische bedrijf Interautomatika, zo werd vrijdag aangekondigd. De beslissing volgt op een rechtszaak die Siemens aanspande omdat Rusland gasturbines die het Duitse industrieconcern had geleverd, inzet om elektriciteit op te wekken op de Krim.
Volgens Siemens waren de turbines bedoeld voor het Taman-project, in het zuiden van Rusland. Bijna twee weken geleden zei het concern “via betrouwbare bronnen” informatie te hebben ontvangen, dat minstens twee van de vier turbines in Rusland zijn geassembleerd en illegaal naar de Krim zijn verplaatst. Waar de twee andere turbines zich bevonden, was op dat moment nog niet zeker.
Intussen ‘ontving Siemens geloofwaardige berichten dat ondanks alle inspanningen, zowel recentelijk als in het verleden, alle vier gasturbines die in de zomer van 2016 voor het Taman-project geleverd werden, tegen de contractuele verplichtingen in naar de Krim verplaatst werden’, stelde het bedrijf uit München vrijdag.
Interautomatika
De Europese Unie heeft sinds de annexatie van de Krim door de Russen in 2014 een verbod ingesteld op het leveren van energietechnologie aan de regio. Siemens heeft altijd ontkend technologie aan de Krim te hebben geleverd.
Naast de verkoop van zijn belang van 46 procent in Interautomatika, zet Siemens ook alle leveringen van materialen aan centrales die gecontroleerd worden door Rusland stop. Daarnaast worden ook de leveringen van andere dochterondernemingen naar Rusland onder de loep genomen.
