Alt-J: Een omweg door het struikgewas
Foto: Koen Bauters

There was a wayward lad, stepped out one morning, the ground to be his bed, the sky his awning’: Werchter leek even Dranouter toen Alt-j zijn set op de Main Stage begon met het stukje pastorale gezang van ‘3ww’.

Het zette fraai de toon van de eigenzinnige Britse artpoppers die in de mainstream verzeild zijn geraakt. Waarom het rechte pad van de middenweg kiezen, als een omweg door het struikgewas van de pop veel interessanter is?

Oké, dat leverde hen krediet op maar ook het stempel van weerbarstige aanstellers. Hun debuut kaapte de Mercury Prize weg, met hun tweede album groeiden ze zonder noemenswaardige hits door naar arenaformaat. Hun topspot in The Barn twee jaar terug ontvouwde zich niettemin als één lange roes, maar het hoofdpodium van Pukkelpop bleek een minder makkelijke kaap. Op het nieuwe Relaxer kiezen ze dan weer ronduit voor experiment.

Terwijl de maan omhoog kroop aan de ene kant en de zon de horizon aan de andere kant in lichterlaaie zette, was dát de vraag die we ons stelden: wilden zanger-gitarist Joe Newman, toetsenist Gus Unger-Hamilton en drummer Thom Sonny Green daar wel op die Main Stage staan? Of speelden ze liever in een donkere club, zoals ze pas nog deden in De Kreun?

De drie Britten, nog altijd een stuk meer nerd dan charisma, hadden zich alvast in een soortement lichtgevende kubussen verschanst, wat hun show meteen erg statisch en tikkel steriel maakte. Daardoor vielen songs als ‘Tesselate’ en ‘Nara’, hoe loepzuiver gespeeld ook, nogal dood in de set. Nieuwkomer ‘In cold blood’ toonde zich wel wellustiger.

Bij ‘Matilda’ kroop iedereen wat dichter bij elkaar en ‘Taro’ kreeg een paar handen in de lucht, maar het was pas ver in de set dat ‘Fitzpleasure’ de boel wat oppookte. De zenuwen stonden strak, want tot vier keer toe zette het trio uit Leeds een nummer verkeerd in. ‘Lang geleden dat we nog voor zo’n fucking large crowd gespeeld hebben’, suste Hamilton. Hitje ‘Left hand free’, met zijn classic rockriff en ‘Breezeblocks’ zorgden uiteindelijk toch voor wat opwinding.

Zijn sound, waarin altijd wel een vreemd belletje pingelt, een exotische riedel uit de soek meedeint of een zanglijn uit de band springt, is ontegensprekelijk uniek. En nukkigheid heeft al vaak schoonheid gebaard, dat toonde Radiohead vrijdag nog. Maar bij Alt-J zorgde dat, ondanks de kosmische constellatie tussen zon en maan, niet voor de verhoopte magie.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Meld je aan en lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in