Volgens het Planbureau is onze koopkracht in 2016 niet gedaald. Jimmy Kets
Vakbondsrapport ziet
Bonden en Planbureau oneens over koopkracht
Wie heeft gelijk? De vakbonden, die beweren dat de koopkracht van de Belgische werknemers vorig jaar gedaald is met 0,94 procent? Of het Federaal Plan- bureau, dat het heeft over een koopkrachtstijging met 1 procent?
BRUSSELAanleiding voor de vraag is een rapport van het Europese vakbondsinstituut ETUI. Uit een loonvergelijking door het ETUI blijkt dat de Belgische werknemers vorig jaar als enige in heel Europa hun reële koopkracht zagen dalen.
Opgelet: de Europese vakbonden zeggen niet dat de Belgische lonen in 2016 omlaag zijn gegaan; wel dat de stijging van de lonen in ons land kleiner was dan de inflatie van de consumptieprijzen. Anders gezegd: de loonstijging was onvoldoende om de inflatie bij te benen, en dus was er koopkrachtverlies voor de Belgische werknemers – we konden in 2016 minder kopen met ons loon dan het jaar voordien.
Momentopname
Het ETUI berekende de evolutie van de reële Belgische lonen (lonen in verhouding tot inflatie) op -0,94 procent. Ter vergelijking: in Frankrijk was er een toename van de reële lonen met 0,25 procent, in Duitsland met 1,61 procent en in Nederland met 2,28 procent. De beste leerling in de Europese klas, vorig jaar, was Roemenië met een loonstijging van liefst 8,94 procent.
Ook de komende jaren zullen de Belgische werknemers meer loon bijkrijgen dan de inflatie
Er zijn twee verklaringen voor het slechte Belgische rapport. Ten eerste de matige vooruitgang van de lonen, nog een gevolg van de indexsprong uit 2015 maar ook door een politiek van voorzichtige loon-cao’s. Ten tweede door de bijzonder hoge Belgische inflatie (vorig jaar gemiddeld 1,97 procent – het hoogste cijfer van Europa), onder meer te wijten aan de hoge energietaksen.
Op iets langere termijn kleurt het plaatje anders. Dan is er van koopkrachtverlies voor de Belgen geen sprake. Het ETUI-rapport toont dat ook aan. Sinds 2001 zijn de lonen in België ietsje meer gestegen dan de inflatie – al blijft het saldo klein (ongeveer 0,5 procent). Dat is vooral te danken aan het behoud van het indexmechanisme in de crisisjaren 2008-2010.
Ook de komende jaren zullen de Belgische werknemers meer loon bijkrijgen dan de inflatie. Werkgevers en vakbonden hebben afgesproken dat er boven op de (normale) index in de periode 2017-2018 tot 1,1 procent aan loon mag bijkomen.
Van die situatie kunnen de Grieken alleen maar dromen. Die zagen hun loon tussen 2009 en 2016 met liefst 3,12 procent dalen. Ook in Hongarije, Portugal, Italië en zelfs het Verenigd Koninkrijk gingen de lonen in de voorbije jaren omlaag.
Fiscus
Het Europese vakbondsrapport vertelt niet alles. De studie kijkt naar de evolutie van de brutolonen, niet naar de globale inkomenspolitiek van de EU-landen, dus ook niet naar eventuele fiscale maatregelen die de nettolonen helpen verhogen.
Als daarmee rekening wordt gehouden, is de Belgische koopkracht er vorig jaar niet op achteruitgegaan, blijkt uit berekeningen door het Federaal Planbureau. Volgens het Planbureau is het reëel beschikbaar inkomen van de Belgen vorig jaar met 1 procent gestegen.
Die toename is het gevolg van de toegenomen werkgelegenheid – wie werkt, verdient meer dan wie niet werkt – en van een reeks fiscale maatregelen, zoals de verhoging van de forfaitaire beroepskosten en van de werkbonus. De opbrengst hiervan was hoger dan de negatieve impact van de inflatie en de indexsprong, aldus het Planbureau. (jir)