Jan De Boeck vindt als geen ander zijn weg in het kluwen van bekwaamheidsbewijzen, die bepalen welke vakken leerkrachten mogen geven. Hij is administratief directeur van Colomaplus, een grote secundaire school uit Mechelen die tso, bso en kso aanbiedt. ‘Ik ben zelf een master in de Toegepaste Economische Wetenschappen. Ik mag probleemloos Italiaanse handelscorrespondentie geven. Ook al spreek ik geen woord Italiaans. Het systeem van bekwaamheidsbewijzen zit soms een beetje raar in elkaar.’
Afgerond 66 procent van de leerkrachten beschikt over een diploma dat ‘vereist’ is om een bepaald vak te geven. Bijvoorbeeld een historicus om geschiedenis te geven in de derde graad. 29 procent heeft een diploma dat ‘voldoende’ wordt geacht, bijvoorbeeld de handelsingenieur die wiskunde doceert. Nog eens 5 procent valt onder de categorie ‘andere’. Lees: het absolute minimum om voor de klas te staan. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Jos De Meyer (CD&V) heeft opgevraagd bij bevoegd minister en partijgenote Hilde Crevits.
Stem
De cijfers voor de leerkrachten lichamelijke opvoeding springen in het oog. Directies hoeven ze maar van straat op te rapen. Het percentage met een ‘vereist’ diploma schommelt rond de 96 procent, over de drie graden heen.
Voor de Stem-leerkrachten (science, technology, engineering, mathematics) is het een heel ander verhaal. Iets meer dan de helft van de leraren techniek in de eerste graad heeft het vereiste diploma. In de derde graad bengelt wiskunde achteraan met nog niet de helft geschikte diploma’s. Ook andere Stem-richtingen worstelen ermee. ‘Probeer maar eens een master in de Informatica te doen kiezen voor het onderwijs in plaats van het bedrijfsleven’, signaleert De Boeck.
Hoe hoger de graad, hoe moeilijker het wordt. In de eerste graad telt 78 procent een vereist diploma. Tegen de derde graad – waar de diploma-eisen hoger liggen – is dat gezakt tot 63 procent.
Parlementslid De Meyer stelt voor om in noodsituaties anders om te gaan met de diplomavereisten. ‘Neem nu wiskunde in de laatste jaren. Nu mag iemand met een master aardrijkskunde daar standaard staan, maar zou een afgestudeerde bachelor wiskunde ook geen noodoplossing kunnen zijn?’
‘Maar over het algemeen slagen de schoolbesturen en directies er wel in om op een verantwoorde manier geschikt personeel te vinden’, zegt De Meyer.