Kritiek van de partner
Van een trendbreuk, waar minister Liesbeth Homans (N-VA) zondag mee uitpakte, is geen sprake. Dat vindt toch CD&V. ‘Al elf jaar schommelt het Vlaamse armoederisico tussen de 9,8 procent en de 11,4 procent’, zei Cindy Franssen vanmiddag tijdens het actualiteitsdebat in het Vlaams Parlement.
‘Het blijft onaanvaardbaar dat in Vlaanderen nog steeds meer dan 10 procent in armoede leeft. Dat is de kern van de zaak. Mensen in armoede hebben lak aan het freewheelen met armoedecijfers. (…) Het gaat er niet om om het geweer van schouder te veranderen, maar om zoveel mogelijk schouders onder het armoedebeleid te zetten.’
Homans moet met cijfers komen
Homans, de coördinerende minister voor Armoedebestrijding, sprak zondag wél over een significante daling van de armoedecijfers. De oorzaak zou zijn dat de N-VA en deze regering het geweer van schouders veranderden, en inzetten op jobs, jobs, jobs. Niet veel later bleek dat de cijfers die Homans aanhaalde over de situatie in 2014 gingen. Pas halfweg 2014 begon deze Vlaamse regering aan de legislatuur.
Een actualiteitsdebat vanmiddag in het Vlaams Parlement moest klaarheid brengen over Homans’ beweringen. Maar omdat Homans de eigen cijfers aanvankelijk niet wilde vrijgeven, begon het debat bijna een uur later. (zie hier)
Boze oppositie
De oppositie stoorde zich mateloos aan de ‘trendbreuk’ waarover Homans sprak.
‘Spreken over een kentering in de armoedecijfers is veel te kort door de bocht’, zei Groen-parlementslid An Moerenhout. ‘Uw communicatie is onjuist en misplaatst.’
SP.A sloot zich daar helemaal bij aan: ‘U zegt dat de armoede daalt, maar de voedselbanken hebben nooit meer aanvragen gehad, het aantal leefloners stijgt, en nooit hebben zoveel mensen schulden gemaakt als vandaag’, wierp Vlaams Parlementslid Bart Van Malderen (SP.A) haar voor de voeten. ‘De armoede in Vlaanderen is hoog en blijft hoog.’
Homans verdedigt zich
‘Ik heb nergens gesproken over een hoerashow, alles kan beter’, repliceerde Homans. ‘Het gaat in mijn ogen wel om een significante daling.’
Experts spreken nog niet over een trendbreuk (zie hier). De oppositie haalde dat voortdurend aan, waarop de meerderheid allerlei maatregelen tegen armoede opsomde: de bouw van sociale woningen, het uitzonderingstarief voor de kinderopvang voor de allerarmsten, de sociale toeslag in de kinderbijslag.
Scepsis daarover bij de oppositie lokte bitsige commentaren uit: ‘We zitten een debat te voeren op kap van de armen’, zei Homans. En tegen Moerenhout: ‘Bent u nog voorstander van een daling van de armoede, want ik begin eraan te twijfelen.’
Bart Somers kalmeert
Zoals het een burgemeester betaamt, riep Open VLD-fractieleider Bart Somers op tot een sereen debat.
‘We moeten ons laten leiden door bescheidenheid, want iedereen in dit parlement behoort tot de middenklasse. Wij kunnen onvoldoende aanvoelen hoe scherp armoede in een leven kan ingrijpen. De uitputting, de schaamte, het isolement, de faalangst: dat alles is voor mensen uit de middenklasse heel moeilijk om in de diepte aan te voelen.’
Somers riep om op meer in te zetten op het lokale armoedebeleid, dat volgens hem beter in staat is om mensen in armoede tot voorbij de voordeur te volgen.
En toen was het debat eigenlijk al gedaan
Maar tot een echt inhoudelijk debat kwam het niet meer. Daarvoor was de wederzijdse afkeer tussen SP.A/Groen enerzijds en de N-VA anderzijds te groot. ‘Bijna 1.000 kinderen leven vandaag op straat, een absolute schande’, besloot Moerenhout (Groen).
‘U hebt de hefbomen om armoede aan te pakken, maar u doet het niet, omdat u het niet wil. Armoedebestrijding is geen prioriteit voor deze regering.’