De Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen wil een nieuw internationaal fonds oprichten om abortusorganisaties in ontwikkelingslanden te financieren. Die kijken aan tegen een tekort nadat de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump de financiering schrapte. Vicepremier Alexander De Croo zegde ondertussen zijn steun al toe namens ons land.
De Amerikaanse overheid schrapt de bijdragen aan buitenlandse ngo’s die gespecialiseerd zijn in gezondheidszorg in arme landen, als die helpen bij het uitvoeren van abortussen, of zelfs enkel het recht op abortus verdedigen binnen het kader van familieplanning. President Trump ondertekende daarvoor op zijn eerste werkdag een decreet.
Hierdoor zitten de organisaties met een gat van 600 miljoen dollar (ongeveer 560 miljoen euro). Om dat tekort te compenseren, wil de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen een nieuw internationaal fonds oprichten, dat ook projecten voor anticonceptie en abortussen kan financieren.
Ploumen is in gesprek met een brede coalitie van landen, bedrijven en organisaties om het fonds op te zetten. ‘We willen dat vrouwen zo veel mogelijk toegang houden tot hun rechten’, zegt Ploumen in De Volkskrant. ‘Het verbieden van abortus leidt niet tot minder abortussen. Het leidt tot meer onverantwoorde praktijken in achterafkamertjes en tot meer moedersterfte.’
De Croo: 'Amerikaanse beslissing treft miljoenen meisjes'
Onze minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) staat alvast achter het idee. 'Minister De Croo had vanmiddag telefonisch contact met zijn Nederlandse collega om de Belgische steun toe te zeggen'. klinkt het in een persbericht.
'Deze Amerikaanse beslissing van het Witte Huis heeft een rechtstreekse impact op het leven van miljoenen meisjes en vrouwen in ontwikkelingslanden', benadrukt De Croo. 'Informatie over gezinsplanning en de mogelijkheid van abortus zijn voor de ontwikkeling van meisjes en vrouwen van groot belang. Wanneer een meisje als tiener zwanger wordt, ontneemt dat haar kansen in haar verdere leven. Vaak moet ze stoppen met school terwijl naar school gaan precies zo belangrijk is. Geschoolde meisjes en vrouwen staan steviger in hun schoenen, kunnen beter eigen keuzes maken en hebben zelf gezondere en betere opgeleide kinderen. Maar ook het vrij beschikbaar zijn van contraceptiva is belangrijk en zorgt voor minder tienerzwangerschappen en lagere moedersterfte.'