Wie vindt dat hijzelf beter geschikt is om de bomen in zijn wijk te onderhouden dan de gemeentedienst, mag het voortaan zelf doen. Dat is het prikkelende idee achter ‘het recht om uit te dagen’. Vlaams minister-president Bourgeois is alvast voorstander.
‘De overheid wordt nu al uitgedaagd door buurtcomités en burgerbewegingen, we kunnen er maar beter op een positieve manier mee omgaan.’ Vanuit dat idee onderzoekt de Vlaamse overheid hoe ze het ‘recht om uit te dagen’ ook in ons land kan invoeren.
Dat werkt nu al heel goed in een groeiend aantal Nederlandse steden en gemeenten. Het begint met een inwoner of buurtcomité dat zijn gemeentebestuur uitdaagt om bijvoorbeeld het beheer van het buurthuis, het zwembad of de naschoolse opvang over te nemen. De tweede stap is dat de uitdager het gemeentebestuur overtuigt aan de hand van een stevig dossier. Eens dat gelukt is, komt er een overeenkomst, eventueel met een proefperiode, ook over de centen. In het geval van het zwembad komt de gemeente met de uitdager – de plaatselijke zwemclub – overeen dat de opbrengst van de toegangstickets voor hen is. In ruil moeten er wel extra inspanningen komen om buurtbewoners aan te trekken.
Bourgeois enthousiast
De Vlaamse overheid is nu met een studie begonnen om dat systeem ook hier in te voeren. Het ‘recht om uit te dagen’ staat als voorstel in haar ‘groenboek voor een beter bestuur’. De voorbije weken mochten specialisten daarop hun reactie geven, en uiteindelijk moet dat uitmonden in een ‘witboek’. ‘Daarin kunnen we dan definitieve beslissingen nemen’, zegt minister-president Geert Bourgeois (N-VA).
Hijzelf is in ieder geval voorstander van het systeem, maar waarschuwt wel. ‘Het is niet de bedoeling dat een burger of een burgerplatform de taken zomaar overneemt’, zegt hij. ‘Het moet altijd gemotiveerd en geobjectiveerd worden.’
‘Geen platte besparing’
De koepelorganisatie ‘De Verenigde Verenigingen’ ziet nog een andere valkuil. ‘Het mag niet neerkomen op een platte besparing’, zegt medewerkster Inge Geerardyn. ‘Het systeem moet erop gericht zijn om het beter te maken voor de inwoners, niet om gratis te laten doen waarvoor de overheid voordien betaalde.’
In Groot-Brittannië mogen ook commerciële bedrijven het gemeentebestuur uitdagen, en die halen het meestal van de vrijwilligersverenigingen. ‘Daarom werken we in Nederland erg op maat’, zegt Thijs Harmsen van het netwerk Right to Challenge. ‘We denken in de eerste plaats vanuit de bewoners zelf, en kijken dan wat mogelijk is bij de gemeente.’
Met succes, want intussen is het al in 35 Nederlandse steden en gemeenten mogelijk om taken over te nemen.