Het opzet van dit bezoek was helder: het zou nooit plaatsvinden. Arnon Grunberg had een ‘charmante’, zo noemt hij het, manier bedacht om het verzoek tot medewerking aan deze reeks te weigeren: de naam Pablo van Dijk suggereren. ‘Onmogelijk dat die mij zou willen zien.’ Dat vertelt de schrijver nu, net voor dat onverhoopte bezoek, op een terras aan Park Avenue. Het is augustus, Manhattan is heet en vochtig. Zijn appartement is hier vlakbij, drie blokken naar ‘boven’. Dat van Pablo van Dijk is dat ook, drie blokken naar ‘beneden’. We zijn halfweg.
Pablo van Dijk suggereerde hij dus. Alleen de naam, verder geen uitleg. Op het vrije web is van de man niet veel te vinden. Alleen een Linkedin-pagina. Daarop omschrijft hij zichzelf als ‘Owner of Kunst Editions New York – buy and sell Modern and Contemporary Art’. In persartikels duikt de naam vaker op, maar altijd in teksten van één en dezelfde auteur: Arnon Grunberg. Verspreid over de voorbije vijftien jaar en over zijn vele publicatieplekken komt Van Dijk geregeld langs in zijn stukken. De omschrijvingen lopen uiteen, de teneur niet.
'Bohemien en kleptomaan'
‘Mijn voormalige secretaris en vriend, tevens oplichter’, is de eerste omschrijving die ik tegenkom. Elders noemt hij hem ‘een bohemien en kleptomaan, een liefhebber van zelfdestructie en van destructie van andere mensen.’ Ook ergens: ‘In 1999 zag ik Pablo van Dijk dagelijks en in de zomer 2002 verklaarde ik hem tot lijk.’ En voorts nog: ‘mijn gewezen vriend Pablo van Dijk, die als een half gelukte Bukowski-parodie door het leven ging’. Arnon Grunberg lost geen schampschoten. Pablo Van Dijk evenmin. In een portret over Grunberg in Vrij Nederland uit 2003 komt ook Van Dijk aan het woord. Hij concludeert er: ‘Als hij hier morgen voor de deur zou staan, mag hij wat mij betreft doodvallen.’
Dertien jaar later leg ik het bezoekverzoek van Arnon Grunberg voor aan Pablo van Dijk, op het mailadres vermeld op Linkedin. Zes uur later, het is dan ochtend in New York, krijg ik al antwoord. (In het Engels, hij woont er al 25 jaar.) ‘Sure, I am in. Call me to set it up.’
'Arnon lieve jongen'
Op dat eigenlijke treffen is het dan toch nog drie maanden wachten. Grunberg laat zich moeilijk inplannen, hij leeft schichtig. ‘Begin augustus’, concreter wordt het lange tijd niet. Gaandeweg komen wel de regieaanwijzingen. Hij wil dat wij zelf geen fotograaf meenemen, hij verkiest Vincent Mentzel – ‘die kent Pablo ook’. Mentzel is een 70-jarige gerenommeerde Nederlandse fotograaf, die een carrière lang voor het NRC werkte. Grunberg kent hij al van toen hij hem voor de krant portretteerde ten tijde van zijn debuut in 1994, hij spreekt hem consequent aan met ‘Arnon lieve jongen’.
Die dag in augustus verzamelen we in Park Avenue, één uur voor we samen naar Pablo van Dijk stappen. Met fotograaf Vincent Mentzel is het een warm weerzien. Ze lachen vrolijk, licht nerveus ook, om de setting van dit weerzien en de gedeelde herinneringen aan hun voormalige vriend. Als Rotterdammer kent Mentzel Pablo van Dijk nog van toen die daar zijn kunstgalerie/uitgeverij Bébert runde, nog voor zijn vertrek naar New York. Ze waren jarenlang best close, ook nadat Van Dijk naar hier was verhuisd in 1989.
'Wilde tijden, woeste nachten'
‘We hebben hier mooie, wilde tijden beleefd samen’, zegt Mentzel. ‘Woeste nachten, wakker geworden op onbekende plekken, met Pablo kon het moeilijk anders. Zijn energie was overweldigend, verslavend. Een van de laatste keren dat ik naar hem in New York kwam, zijn hij en Arnon mij aan de luchthaven komen ophalen in een stretch limo – zes soorten champagne aan boord. Zo was Pablo, larger than life willen leven. Even onweerstaanbaar als levensgevaarlijk.’ Tussen hen verdampte alle contact.
Tussen Grunberg en Van Dijk verdampte het contact niet, Grunberg blies het op.
Na drie intense – nog wel meer stretch limo’s – jaren samen had hij met een genadeloze column over Van Dijk en diens toenmalige verloofde geschoten om te raken. Een concrete aanleiding voor die aanslag was er niet, zegt Grunberg. ‘Ik had het er gewoon mee gehad. Pablo leeft alsof de werkelijkheid iets is wat verslonden moet worden. Hij heeft een woest effect op je leven, net daarom fascineerde hij me. Maar zodra de magie verdween, bleef alleen de verwoesting over. Pablo is iemand van wie je je op tijd moet losrukken, dat heb ik altijd geweten. Het einde zat al van in het begin in de vriendschap vervat. Dat vond ik er mee zo aantrekkelijk aan.’
Grunberg stapt feilloos naar het adres van zijn oude vriend. Hij belt aan, hij luistert, hoort niets, maar de deur klikt open.
Hoe het weerzien tussen de twee voormalige boezemvrienden verloopt, leest u zaterdag in dS Weekblad en op standaard.be.
Van Dijk: ‘Zie je nog altijd dat oud mens?’
Grunberg: ‘Elayne? Die is dood’
Van Dijk: ‘Thank God. Je hebt toch haar penthouse kunnen erven, hoop ik?’
Grunberg: ‘Nou nee’