Onze nieuwe bondscoach? Alex Ferguson
In oktober vorig jaar stond er op de sportpagina’s van The New York Times een klein interview met Alex Ferguson, de oud-coach van Manchester United. Klein, want zo populair is voetbal nu ook weer niet in de Verenigde Staten, maar toch groot genoeg om mijn aandacht te trekken.

Na een opmerking over de leeftijd van zijn mentor Jock Stein als manager van Schotland had Sir Alex het volgende te zeggen over de taak van bondscoach: ‘Voor het coachen van een nationale ploeg heb je iemand nodig die een loopbaan in het clubvoetbal achter de rug heeft. Met andere woorden, hij moet met een clubelftal alles bereikt hebben wat hij wilde bereiken. Die ervaring heb je nodig om drie tot vier weken thuis te kunnen zitten met niets om handen. That’s what it is.’

Voor Ferguson heb ik altijd een groot respect gehad, niet alleen vanwege zijn indrukwekkend palmares, maar nog meer vanwege de manier waarop zijn Red Devils - Manchester United - speelden: met veel lef, naar voren, en altijd met de bedoeling de tegenstander van bij het begin hun wil op te leggen. Ik kan me ook niet herinneren dat hij na een nederlaag goedkope excuses inriep of bij kritiek familiekwesties te berde bracht.

Bij de coaches van de Belgische Rode Duivels is het de laatste jaren wel eens anders geweest.

Misschien kan je niet hetzelfde niveau verwachten in een land waar bij de keuze van een bondscoach de verbeelding niet verder reikt dan de eigen achtertuin. En ach, zolang het materiaal waarmee die coaches moesten werken van mindere kwaliteit was, viel daar nog mee te leven. Maar nu de Belgische spelers tot de besten van de wereld gerekend worden is die kruideniersmentaliteit eigenlijk onvergeeflijk.

Toppers als Hazard, De Bruyne of Courtois verdienen een coach die op hun maat gesneden is, een wereldtopper dus. En met alle respect voor de prestaties van sommige Belgische trainers, echte wereldtoppers  hebben we in Belgie gewoonweg niet.

Overigens kreeg ik bij het lezen van het interview met Ferguson de sterke indruk dat sir Alex er niets op tegen zou hebben om nog een kort vervolg te breien aan zijn carriere, al was het maar om als bondscoach die ene titel aan zijn palmares toe te voegen die hij nooit met zijn Manchester United kon veroveren.

Van the Red Devils naar de Rode Duivels, zo’n grote stap is het natuurlijk niet.

(auteur Jan Hunin was jarenlang correspondent van de Standaard en De Volkskrant in Oost-Europa).

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in