De Belgische Staat heeft een advocaat naar het Hof van Justitie van de Europese Unie gestuurd om zich te verzetten tegen het verbod op het dragen van een hoofddoek in ondernemingen, zo schrijft L’Echo vrijdag.
Het EU-hof moet antwoorden op een prejudiciële vraag over Samira A., een moslima die door G4S Secure Solutions ontslagen werd omdat ze weigerde haar hoofddoek uit te doen tijdens haar diensturen. De vrouw besloot haar voormalige werkgever daarop voor de rechter te dagen.
De rechtbank en de arbeidsrechtbank van Antwerpen gaven haar in eerste en tweede aanleg ongelijk, en deze week zei de advocaat-generaal van het EU-hof dat een werkgever zijn werknemers mag verbieden een hoofddoek te dragen, voor zover dit verbod gebaseerd is op een algemeen bedrijfsreglement dat alle zichtbare politieke, filosofische en religieuze tekenen op het werk verbiedt.
Het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een advocaat naar het Hof van Justitie van de Europese Unie gestuurd om het standpunt van de FOD Werk te verdedigen, die vindt dat het gaat om een geval van directe discriminatie.
Geen enkele door L’Echo gecontacteerde minister wenste te reageren op het Belgische standpunt in het dossier.
