In de publieke opinie groeit het verzet tegen de stakingsacties en leeft de wijd verbreide mening dat de ambtenarenbonden onredelijke eisen stellen en dat hun leden ‘boven hun stand leven’ - om een recente politieke uitspraak te gebruiken. Is dat ook zo? De Standaard deed een indicatieve steekproef, met naast de cipiers en het treinpersoneel Vlaamse ambtenaren en leraars en bedienden uit de privésector als vergelijkingsmateriaal.
Loon
Eerste vaststelling: het is een mythe dat alle ambtenaren een lager loon verdienen dan werknemers uit de privé. Behalve de verschillen in loon moeten bij dit soort vergelijkingen ook de extra’s meegeteld worden. Daarin scoren cipiers en treinbegeleiders zwak. Zo maken de cipiers buiten premies voor speciale uurregelingen geen aanspraak op aanvullende verzekeringen of bedrijfswagens, die in de privé wel gemeengoed zijn.
Pensioenen
Traditioneel liggen de ambtenarenpensioenen een stuk hoger dan die van de werknemers in de privé. Het gemiddelde ambtenarenpensioen bedraagt 2.341 euro bruto per maand. Vergelijk dat met het gemiddelde bij de werknemers: 1.360 euro. Heel wat werknemers genieten wel van een aanvullend bedrijfspensioen; voor ambtenaren geldt dat niet.
Werkdruk
Behalve het verlies van ‘verworven’ sociale rechten zijn de ambtenarenbonden vooral gebeten op de impact van de besparingen op de overheidswerking, en dus ook op de personeelsbezetting in de overheidsdiensten. Met gemiddeld 165 effectieve werkdagen (na aftrek van vakantiedagen, ziektedagen en andere toegelaten afwezigheden, zoals bevallingsverlof) presteren de cipiers beduidend minder werktijd dan Vlaamse ambtenaren of bedienden uit de privésector. Hekkensluiter zijn ze niet. Het treinpersoneel werkt gemiddeld 160 dagen per jaar.
Klik op de grafiek om te vergroten
Hebt u vroeger als ambtenaar gewerkt en werkt u nu in de privé of omgekeerd en wilt u over uw ervaringen getuigen, mail naar binnenland@standaard.be.