Liefst een op de vijf Belgen zou het storend tot zeer storend vinden, mocht zijn zoon of dochter thuiskomen met iemand die een andere huidskleur heeft. 'Bijzonder verontrustend', zegt Unia-directeur Els Keytsman. 'Nogmaals is aangetoond dat racistisch gedrag op basis van huidskleur nog heel sterk in onze samenleving aanwezig is.'

Weinig generatieverschillen

Nog steeds, want het onderzoek van Unia is niet het eerste dat ­racisme blootlegt. Sinds de jaren negentig verschijnen met de regelmaat van de klok studies met gelijkaardige conclusies. Opvallend bij dit onderzoek is echter dat er tussen de generaties onderling weinig verschillen zijn.

'Bij de jonge generatie is de interculturele samenleving allang een feit. Je zou dus denken dat jonge mensen minder tegen een partner met een andere huidskleur gekant zijn dan hun ouders of grootouders', zegt Keytsman. 'Het tegendeel blijkt waar. Voor 17,5 procent van de 16- tot 25-jarigen zou een partner met een andere huidskleur (heel) erg storend zijn. In de groep 36-45 jaar is dat 22 procent, in de categorie 46-55 jaar 21 procent, in de groep 56-65 jaar 25 procent.'

Gescheiden werelden

Volgens Keytsman toont dat aan dat jongeren in gescheiden werelden leven. 'Scholen besteden veel aandacht aan de problematiek, en veel jongeren zien in de klas, op de speelplaats en in hun buurt hoe divers de samenleving is. Toch maakt hen dat niet toleranter dan hun ouders of grootouders.'

Unia lanceert daarom vandaag, op de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie, een campagne. De organisatie wil er jongeren een spiegel mee voorhouden. “Het grote gevaar zit in vooroordelen”, zegt Keytsman. “Iedereen heeft die. Ik betrap mezelf er soms zelfs op. Maar een vooroordeel is vaak onbewust een eerste stap naar discriminatie en racisme. Daarop willen we de aandacht vestigen.”