Bij verschillende explosies zijn in de Syrische steden Homs en Damascus meer dan 140 mensen omgekomen. Dat meldt de staatstelevisie. Terreurgroep Islamitische Staat heeft de aanslagen opgeëist.

Bij een dubbele aanslag met een bomauto zijn in Homs zeker 60 mensen omgekomen, zo meldt het bij de oppositie aanleunende Observatorium voor de Mensenrechten. Dat maakt de aanslag de zwaarste in Homs, de op twee na grootste stad in Syrië, sinds oktober 2014. Toen eiste een aanslag tegen een school 55 mensenlevens, onder wie 49 kinderen.

Homs staat in essentie onder controle van het regeringsleger en is regelmatig het toneel van bomaanslagen.

Later zijn minstens vier explosies gehoord in de Sayeda Zeinab-wijk in Damascus, waar het heiligste sjiitische schrijn zich bevindt. Daarbij kwamen minstens 80 mensen om. Ook vorige maand sloeg terreurgroep IS daar zwaar toe. Toen kwamen bij een zelfmoordaanslag 71 mensen om.

De aanslagen, alle tegen de alawitische (sjiitische) minderheid in Syrië gericht, werden opgeëist door de salafistische terreurbeweging Islamitische Staat (IS) en vallen samen met een reeks nederlagen die IS in het noordoosten van het land incasseert.

Intussen hebben de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry aangekondigd dat er een 'voorlopig akkoord' is bereikt met Rusland over een gedeeltelijk staakt-het-vuren in het land.

Volgens het Observatorium zijn bij gevechten met het Syrische leger, gesteund door Syrische luchtaanvallen, op 24 uur tijd nog minstens vijftig jihadisten van de terreurgroep Islamitische Staat (IS) gedood in de provincie Aleppo. Daar zijn de regeringstroepen en ook een verbond van Koerden en Arabische strijders aan een opmars bezig.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in