Eli Iserbyt heeft zijn eerste wereldtitel beet. De West-Vlaming sprintte naar de zege in Heusden-Zolder. “Nochtans voelde ik me in het begin helemaal niet goed”, zei hij na afloop. “Ik had koud en kwam niet in mijn ritme. Gelukkig kwam ik er in de slotfase helemaal bovenop.”
Iserbyt won het voorbije seizoen negen wedstrijden, maar wist vooraf dat hij geen gewonnen spel had in Heusden-Zolder. Wel startte hij met ambitie en vertelde hij dat hij alleen maar tevreden zou zijn met een eerste plaats. In het eerste wedstrijddeel maakte hij weinig indruk, pas in het slot kwam hij opzetten.
“Adam Toupalik was heel sterk vandaag”, stelde de nieuwe wereldkampioen. “Als hij die fout niet maakt, weet ik niet of ik wereldkampioen zou geworden zijn. Toen ik hem evenwel zag juichen, wist ik dat we, Quinten en ik, in het voordeel waren. Adam kwam nog wel terug, maar ik had vertrouwen en wilde mijn sprint afwachten.”
Nochtans is dat niet meteen Iserbyts sterkste wapen. “Normaal niet”, beseft hij ook, “mijn sprint is slecht, maar ik wist dat het een sprint op de macht zou worden. Ik heb gewoon mijn grootste versnelling getrapt en bleef knokken tot het eind. Met succes. Vorig jaar baalde ik na die tweede plaats. Nu heb ik die ervaring tot iets positiefs omgedraaid en bleef ik rustig op dit WK, had ik vertrouwen in een goede afloop.”
Voor de Belgische ploeg is het de eerste gouden medaille op dit WK, na het schandaal zaterdag met Femke van den Driessche een opsteker. “Wat gebeurd is zaterdag is niet goed voor onze sport”, besloot de West-Vlaming. “Het hoort gewoon niet. Veel meer kan ik daar niet over zeggen, maar het is een spijtige zaak. In het Belgische kamp, vooral toch bij het personeel, was de sfeer bedrukt, maar wij hebben het hoofd niet laten hangen en wilden vandaag tonen dat wij geen bedriegers zijn en kunnen winnen door hard te werken.”
