De lijst met 800 gevaarlijke kruispunten langs gewestwegen, de zogenaamde ‘zwarte punten’, dateert al uit 2002. De voorbije 13 jaar investeerde de Vlaamse overheid al 900 miljoen euro om deze gevaarlijke kruispunten aan te pakken. Vlaams minister van Openbare Werken Ben Weyts voorziet nu de laatste nodige middelen. Met een bijkomend budget van 50 miljoen euro zal Vlaanderen de laatste zwarte punten op de lijst wegwerken.

De middelen komen bovenop het reguliere infrastructuurbudget voor wegenwerken (350 miljoen euro per jaar) en ze staan los van de 140 miljoen euro die minister Weyts het komende anderhalf jaar extra investeert in onze wegen.

Concreet worden 22 gevaarlijke kruispunten verspreid over heel Vlaanderen aangepakt. Het gaat bijvoorbeeld om het kruispunt Antwerpsesteenweg-Ring in Mechelen, de kruispunten op de Kasteletsingel met de Brugstraat en de Nijverheidsstraat in Beringen, de kruispunten met de Nieuwe Steenweg en de op- en afritten van de E17 in De Pinte, de kruising van de Bergense Steenweg en de G. Wittouckstraat in Sint-Pieters-Leeuw en het kruispunt van de Natienlaan en de Kalvekeetdijk in Knokke-Heist.

Het afwerken van de lijst van ‘zwarte punten’ voltooit het werk van vijf opeenvolgende ministers. “Maar ik maak me geen illusies: het echte werk zal nooit af zijn”, zegt Weyts. “Sinds de lijst ‘zwarte punten’ in 2002 werd opgesteld, zijn er helaas veel nieuwe gevaarlijke punten gesignaleerd”

Er komt geen nieuwe vaste lijst, maar Weyts wil dat onze wegen constant geëvalueerd worden. De meest recente ongevallengegevens van de politie zullen gebruikt worden bij de opmaak van de investeringsprogramma’s van het Agentschap Wegen en Verkeer. “Zo kunnen we steeds op de meest actuele situaties inspelen”.