Het officiële onderzoek naar de treinbotsing eind 2014 in Linkebeek is afgerond. Zoals vermoed zorgden gevallen bladeren, regen en daarmee samenhangende adhesieproblemen voor de botsing tussen een werk- en reizigerstrein. Nu blijkt dat het dalende spoor niet voldoende werd gereinigd en dat eerdere adhesieproblemen niet werden gemeld. Men wijst ook op mogelijk nieuwe risico’s met de Desiro-treinstellen.
Op 3 november 2014 botste op spoorlijn 124 een werktrein op een reizigerstrein die de stopplaats van Linkebeek was voorbijgereden, op een dalende helling na het station Holleken. Twintig reizigers werden afgevoerd. Al snel werd vermoed dat bladeren een gladde folie hadden gevormd op het spoor, waardoor treinen hun greep kunnen verliezen.
Het eindverslag van het Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor (OOIS) bevestigt die piste, maar het brengt ook indirecte oorzaken aan het licht, zo ook met zogenaamde reinigingsritten: “Uit het onderzoek blijkt dat de reinigingstrein op lijn 124 hoofdzakelijk ingezet wordt om adhesieproblemen te voorkomen tijdens de klim van Linkebeek naar Holleken, niet in de afdaling in omgekeerde richting. Het spoor is in de afdaling van Holleken naar Linkebeek ernstig vervuild”, klinkt het.
Ook blijkt dat eerdere adhesieproblemen niet werden gemeld. Risico’s op dat vlak worden bovendien onvoldoende geïdentificeerd.
Bijkomend wijst men op extra risico’s door de nieuwe Desiro-treinen. Die worden bijna continu gesmeerd, wat ook het spoor extra kan vervuilen. Een verband met het ongeval werd niet aangetoond, al beveelt men spoorinfrastuctuurbeheerder Infrabel en vervoersbedrijf NMBS aan om de smeeraanpak samen te evalueren.