Bart Arys werkt al zeventien jaar als chauffeur bij De Lijn. Hij studeerde elektromechanica en deed daarna eerst interimwerk. Op een jobdag van De Lijn nam hij deel aan de eerste selectietests. Hij slaagde en mocht beginnen met de opleiding tot buschauffeur. "Je krijgt een opfrissingscursus over het verkeersreglement en leert de tarieven van De Lijn kennen en de ticketautomaat in de bus bedienen", legt Bart uit.

"Tegelijk volg je de rijopleiding om met een bus te rijden." Nieuwe chauffeurs rijden in het begin mee met ervaren collega's om de routes te leren kennen. "Ik ben beginnen werken in de stelplaats Grimbergen", vertelt Bart.

Een gids

"Die streek kende ik niet zo goed, en dat was in het begin wel een nadeel. De mensen verwachten dat een chauffeur ook een gids is die hen kan vertellen waar ze moeten afstappen." Na enkele jaren vroeg Bart zijn overplaatsing naar Asse aan. "Ik woon nu veel dichter bij het werk, zodat ik elke dag met de fiets kan komen. Want er rijden natuurlijk nog geen bussen wanneer wij 's ochtends beginnen werken", lacht Bart.

Bart werkt op een 4/5-rol, wat betekent dat hij vier dagen werkt en dan een dag thuis is. Op die vier dagen rijdt hij wisselende shifts: soms begint hij 's ochtends vroeg, soms werkt hij tot bijna middernacht. "Die wisselende uren doen soms wel pijn; een vroege shift betekent héél vroeg opstaan. Af en toe moet ik slaap inhalen. Maar die afwisseling maakt het ook boeiend. De sfeer op een zondagvoormiddag is heel anders dan in de avondspits. De mensen zijn ontspannen en je hebt geen last van files." Er is ook variatie in de lijnen waarop Bart rijdt. "In de stelplaats Asse is lijn 214 tussen Brussel en Aalst de belangrijkste. Maar op andere lijnen kom je door kleine dorpskernen. Daar moet je met je grote bus extra voorzichtig rijden."

>

>

>