De linkse oppositie heeft de centrumrechtse minderheidsregering van premier Pedro Passos Coelho in Portugal ten val gebracht. Van de 230 parlementsleden stemden 123 afgevaardigden dinsdag voor de motie van wantrouwen van de socialisten. De politieke crisis kan snel zware economische gevolgen hebben voor het land, dat nog steeds onder streng Europees toezicht staat.
De conservatieve coalitie Portugal a Frente van Passos Coelho had het vroegere crisisland met een streng besparingsprogramma gestabiliseerd. Na de parlementsverkiezingen van 4 oktober kwam de coalitie opnieuw als sterkste uit de bus, maar ze verloor wel de absolute meerderheid.
De linkse oppositie wees het regeringsprogramma van premier Pedro Passos Coelho voor de nieuwe legislatuurperiode af en organiseerde de eerste vertrouwensstemming tegen een verkozen regering sinds het einde van de dictatuur in 1974. Daarbij sprak een kleine meerderheid van de parlementsleden haar wantrouwen uit.
Costa nieuwe premier?
Het marxistische Links Blok, de communisten en de Groenen willen nu een nieuwe regering onder leiding van voorzitter António Costa van de Partido Socialista ook zonder de vorming van een coalitie parlementair steunen. Vooral een afzwakking van de besparings- en hervormingspolitiek is voorzien.
President Anibal Cavaco Silva moet nu eerst beslissen of hij Costa de opdracht geeft om een regering te vormen. Tot zo lang leidt Passos Coelho een regering van lopende zaken.
'Kijk naar Griekenland!'
Minister van Financiën, Maria Luis Albuquerque, waarschuwde dat er een nieuwe schuldencrisis en een nieuw hulpprogramma zouden komen als Portugal zich niet houdt aan de Europese afspraken om in de begrotingsschuld te snoeien. 'We moeten ons niet voorstellen wat er dan gebeurt, het volstaat om naar de recente gebeurtenissen in Griekenland te kijken. De poging om een einde te maken aan de besparingspolitiek leidder daar tot een grotere recessie, meer armoede, werkloosheid en een grotere afhankelijkheid van Europa en het IMF.'
