Te hoge bloeddruk, astma, depressie, diabetes. De helft van de Vlamingen moet langdurig worden behandeld voor een chronische aandoening, en dat aantal stijgt nog. Almaar meer patiënten nemen ook langdurig geneesmiddelencocktails. En daar houden de huidige richtlijnen voor behandelingen van ziekten nog te weinig rekening mee, klinkt het bij experts.
Niet minder dan de helft van de Vlamingen heeft last van minstens één aandoening waarvoor hij of zij langdurig moet worden opgevolgd. Het vaakst kampen de patiënten met een te hoge bloeddruk, astma, depressie of diabetes. Of met een combinatie van de ziekten: 1,8 miljoen Vlamingen, of 30 procent, heeft twee of meer chronische aandoeningen.
Vandaag stelt Bert Vaes, onderzoeker aan het academisch centrum voor huisartsgeneeskunde van de KU Leuven, de cijfers rond chronische aandoeningen in Vlaanderen voor op een academische zitting ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van Intego. Dat is een netwerk dat data van meer dan honderd Vlaamse huisartsen verzamelt, goed voor de gegevens van 380.000 verschillende patiënten. Ze zijn representatief voor de bevolking, waardoor de Leuvense onderzoekers een goed beeld hebben van de gezondheid van de Vlamingen en welke geneesmiddelen zij van hun huisartsen krijgen.
Vergrijzing
Uit de cijfers van Intego blijkt dat het aandeel Vlamingen met de diagnose ‘chronisch ziek’ sterk is gestegen. In 2000 had 40 procent van de patiënten een chronische aandoening, in 2013 was dat al de helft.
Tot de meest voorgeschreven chronische geneesmiddelen behoren cholesterolverlagers, bloeddrukverlagers, maagzuurremmers, antidepressiva, aspirine en diabetesmedicatie. Het medicatiegebruik, zeker in combinatie, is niet zonder risico. Vaes: ‘Soms werken geneesmiddelen elkaar tegen. Bij vijf of meer verschillende middelen is dat een reëel risico.’