De Europese ministers zijn het vrijdag eens geraakt over een voorstel tot globale reductie van broeikasgassen met 50 procent tussen 1990 en 2050. Nog eens vijftig jaar later moet dat 'klimaatneutraal' worden.
Aanvankelijk was sprake van een volledige 'decarbonisering', het uitroeien van broeikasgassen, maar die formulering werd op vraag van Polen uit de conclusies gehaald. De Oost-Europese landen vertonen binnen de EU de grootste terughoudendheid tegenover klimaatakkoorden.
Europa zal bij de Klimaatconferentie in Parijs, eind november, ook ijveren voor een vijfjaarlijkse herziening van de maatregelen tegen de opwarming van de aarde. Het kan daarbij enkel gaan om strengere intenties, niet om een afzwakking van eerdere maatregelen.
Europa zelf blijft bij het voornemen om de eigen uitstoot terug te dringen met 'minstens' 40 procent tegen 2030.
'Dit is een sterk uitgangspunt voor de Klimaattop', vindt Europees commissaris voor Klimaatactie Miguel Arias Cañete. 'Zoals Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker al duidelijk heeft gemaakt, zullen we niet zomaar eender welke deal tekenen in Parijs.'
De Unie staat ook klaar om bij te springen in de klimaatfinanciering van ontwikkelingslanden.
Greenpeace niet onder de indruk
'Europa kan beter', vindt Greenpeace vrijdag. 'Dit voornemen is niet voldoende om een efficiënte wereldwijde deal te sluiten. De EU zou een front moeten vormen om fossiele brandstoffen volledig uit de wereld te helpen tegen 2050.'
De Europese inspanningen zullen volgens de organisatie niet toelaten de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden.