De motie tot schorsing werd voorgedragen door de Palestijnse voetbalfederatie, die het niet vindt kunnen dat vijf Israëlische clubs opereren vanuit bezet Palestijns gebied en erover klaagt dat de nationale ploeg van Palestina voortdurend gehinderd wordt door de Israëlische militairen. 

'Ik ga onze vraag om schorsing van Israël intrekken', verklaarde Rajoub, de voorzitter van de Palestijnse voetbalbond, zodra hij het woord kreeg. Daarop haalde hij echter een rode kaart uit zijn borstzak en zei hij: 'Maar dat betekent niet dat ik mijn weerstand opgeef. Het is tijd dat we het racisme van Israël tegen de Palestijnse voetballers een halt toeroepen. Het bestuur van de FIFA deed eerder niets aan het geschonden recht van vrij verkeer van personen voor de Palestijnse voetballers, noch aan de Israëlische clubs in de bezette gebieden. Het lelijke gezicht van racisme mag niet verborgen worden.'

Bovendien beweerde Rajoub dat hij doodsbedreigingen kreeg van de Israëli's. 'Dag en nacht ontvang ik doodsbedreigingen van hen. Ik weet niet zeker of ik er bij het volgende congres zou kunnen bijzijn, want de kans bestaat dat ik dan dood ben.' Blatter stelde daarop voor een comité aan te duiden dat de situatie vanaf nu zal monitoren, een voorstel dat werd aangenomen met 90% van de stemmen. Daarop vond er een handdruk plaats tussen de voorzitters van de Palestijnse en Israëlische voetbalbond.